Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

M1 LC Verloskunde

RUG

QuestionAnswer
1. Een zwangere vrouw heeft in het derde trimester oedeem aan de onderbenen. Dit komt door een daling in de colloïd osmotische druk. a. Juist b. Onjuist a. Juist Afname in plasmacolloid-osmotische druk in combinatie met stijging veneuze druk in benen (door druk op IVC--> moeilijkere terugstroom)
2. Welke hartafwijking kan in utero problemen geven? a. VSD b. Gesloten ductus Botalli c. Aortastenose b. Gesloten ductus Botalli
3. Een kind heeft een neuromusculaire slikstoornis. Waar leidt dit toe? a. Polyhydramnion b. Oligohydramnion a. Polyhydramnion Oorzaken polyhydramnion: Diabetes mellitus, bloedgroepantagnoisme, infecties (parvo 19-virus), foetale afwijkingen (slikstoornis, hoge darmobstructie, neuraalbuisdefect, cardiale decompensatie foetus).
4. De navelstreng bestaat uit twee venen en één arterie. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist 2 arteriën en 1 vene
5. Een foetus ligt in hoofdligging met de rug rechts. Waar luister je met de stethoscoop? a. Rechts onder de navel b. Links onder de navel c. Rechts boven de navel d. Links boven de navel a. Rechts onder de navel
6. Wat zijn acceleraties in het CTG? a. Normaal b. Abnormaal a. Normaal Normaal CTG: normocardie, goede variabiliteit, herhaalde acceleraties afgewisseld door rustperioden van maximaal 45 minuten en geen deceleraties.
7. Alcohol heeft een teratogeen effect. a. Juist b. Onjuist a. Juist
8. Anti-epileptica hebben een teratogeen effect. a. Juist b. Onjuist a. Juist
9. Hyperemesis gravidarum ontstaat door druk van de baarmoeder op omliggende weefsels. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Hyperemesis gravidarum komt vooral voor in de eerste helft van de zwangerschap. Er is een verband tussen de serum-hCG-spiegel in het moederlijk bloed en braken: met de hoogte van de spiegels neemt de kans op hyperemesis toe.
10. Wat is de verwekker van kraamvrouwenkoorts? a. Groep A streptokokken b. Groep B streptokokken a. Groep A streptokokken
11. Tot welke zwangerschapduur mag een abortus provocatus uitgevoerd worden? a. 18 weken b. 20 weken c. 22 weken d. 24 weken d. 24 weken
12. Bij een aanlegprobleem van de uterus zijn de buizen van Wolff niet goed gefuseerd. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Buis van Wolff --> epididymis en ductus deferens Buizen van Müller --> beide eileiders en baarmoeder
13. Een vrouw is zwanger geworden op 1 februari. Zij heeft een regelmatige cyclus van 5 weken. Wanneer is zij uitgerekend? a. 25 oktober b. 1 november a. 25 oktober Bij conceptiedatum 1 februari is de uitgerekende datum 25 okt. (= 1feb2010 + 9 mnd = 1 nov 2010, -2 wk + 10 dagen = 25 okt.
14. Waarom mag een zwangere geen rauwmelkse kazen eten? a. Listeria infectie b. Toxoplasmose infectie a. Listeria infectie Tijdens de zwangerschap kan een Listeria-infectie in het uiterste geval leiden tot een miskraam.
15. Een kind van een moeder met zwangerschapsdiabetes heeft een grotere kans op het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2. a. Juist b. Onjuist a. Juist
16. De fundus staat in het tijdperk van de nageboorte ter hoogte van de: a. Navel b. Symfyse c. Halverwege navel en xyphoïd d. Xyphoïd a. Navel Meestal 2 vingers onder de navel
17. De ontsluiting duurt bij multipara korter dan bij nullipara. a. Juist b. Onjuist a. Juist
18. Hypertensie in de zwangerschap wordt veroorzaakt door: a. Nierproblemen b. Afvalstoffen van de foetus c. Iets met de placenta c. Iets met de placenta De oorzaken van zwangerschapshypertensie zijn nog niet geheel opgehelderd. Wel is duidelijk dat de placenta een essentiële rol speelt in het ziekteproces.
19. Maternale diabetes mellitus tijdens de zwangerschap geeft een verhoogde kans op foetale hartafwijkingen. a. Juist b. Onjuist a. Juist
20. Hartafwijkingen geven intra-uterien meestal geen problemen. Een hypoplastische linker hartkamer is hierop een uitzondering. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist
21. De 20-weken echo is met name om de zwangerschapduur vast te stellen. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist SEO: open rug/schedel, ontwikkeling organen, voldoende vruchtwater?
22. Er is een HCG-piek in het: a. 1e trimester b. 2e trimester c. 3e trimester a. 1e trimester
23. Intra-uteriene groeiachterstand wordt niet veroorzaakt door: a. Alcohol b. 8 koppen koffie per dag c. Roken d. Methadon b. 8 koppen koffie per dag Oorzaken IUGR: (60% --> geen duidelijke oorzaak) - Verminderde werking placenta - Zwangerschapsvergiftiging - Roken/drugs/alcohol - Baby kan zelf niet goed groeien - Congenitale afwijkingen/infecties
23. Mastitis wordt veroorzaakt door: a. Staphylococcus aureus b. Staphylococcus epidermis c. Streptokokken a. Staphylococcus aureus
24. Bij een kweek worden trosvormige coccen gevonden. Het is dan waarschijnlijk dat de mastitis veroorzaakt is door de meest voorkomende verwekker van mastitis. a. Juist b. Onjuist a. Juist Stafylokok = trosvormig
25. De kans op een miskraam is groter bij chorionpunctie dan bij amnionpunctie. a. Juist b. Onjuist a. Juist Amnionpunctie --> 0,5% op miskraam (16e week) Vlokkentest (chorionpunctie) --> 1 tot 2% (11e week)
26. Bij een zwangere neemt het basaal metabolisme in het 3e trimester toe met 400kcal/dag. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist 25 - 28 wk (3e trim) : metab = 100kcal/dag 37-40 wk (3e trim): metab = 400kcal/dag
27. De basale stofwisseling van een a terme zwangere is hoger dan van een niet zwangere vrouw. Hoeveel hoger? a. 100kcal/dag b. 250kcal/dag c. 400kcal/dag d. 550 kcal/dag c. 400kcal/dag
28. Zwangerschapshypertensie stel je vast bij en gezonde vrouw zonder bekende hypertensie bij een systolische bloeddruk van 150mmHg. a. Juist b. Onjuist a. Juist
29. Een eclamptisch insult heeft meestal een prodromale fase. 1. Juist 2. Onjuist 1. Juist Een eclamptisch insult wordt vrijwel altijd voorafgegaan door een periode met pre-eclamptische klachten: hoofdpijn, bovenbuikpijn, onrust, verwardheid, misselijkheid en visusklachten.
30. Productie van moedermelk vindt plaats onder invloed van oxytocine. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Productie --> Prolactine vervoer melk --> oxytocine
31. Vaginaal bloedverlies bij een zwangere in het 1e trimester is een spoedindicatie voor bezoek aan de gynaecoloog. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Bij bloedverlies in het eerste trimester van de zwangerschap wordt in principe een afwachtend beleid gevolgd. Wel in 3e trimester
32. De moeder is HbsAg positief. Wat moet er gebeuren met haar pasgeboren kind? a. Niets b. HepB-vaccinatie c. HepB-immunoglobulinen d. HepB-vaccinatie + HepB-immunoglobulinen d. HepB-vaccinatie + HepB-immunoglobulinen
33. Hoe hoog staat de fundus bij een zwangerschapsduur van 24 weken a. 10 cm b. 15 cm c. 20 cm d. 25 cm c. 20 cm
34. Bij zwangeren wordt bij voorkeur voor de 13e week bloedonderzoek gedaan. Tot het standaardpakket behoord o.a. de screening op HIV. a. Juist b. Onjuist a. Juist Onderzoek naar: - HepB, syfilis en HIV - Bloedgroep + Rhesus B/c en antistoffen
35. 20-30% van de ziekenhuisbevallingen is een sectio. a. Juist b. Onjuist a. Juist
36. In de uterus blijft de ductus Botalli op en stroomt er bloed van de a. pulmonalis naar de aorta door: 1. Hoge pulmonale druk 2. Lage pulmonale druk 1. Hoge pulmonale druk Van hoge druk naar lage druk..
37. Er wordt bij een 36-jarige standaard in de 10e week een prenatale screening verricht. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Vrouwen boven de 36 krijgen een vruchtwaterpunctie of vlokkentest aangeboden voor screening op Down en neurale buisdefecten. Het is dus een optie, maar ze doen het niet standaard.
38. Een zwangere vrouw mag de kattenbak niet verschonen. Welk risico loopt zij, als zij dit wel doet? a. Besmetting met toxoplasmose b. Besmetting met listeria a. Besmetting met toxoplasmose
39. Bij misselijkheid tijdens de zwangerschap is er een verhoogd risico op een miskraam. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist
40. Waarmee wordt misselijkheid tijdens de zwangerschap behandeld? a. Anti-emeticum b. Sedativum a. Anti-emeticum
41. Wat is een normale zwangerschapsduur? a. 36-41 complete weken b. 36-42 complete weken c. 37-41 complete weken d. 37-42 complete weken c. 37-41 complete weken
42. Wat wil een openstaand ostium zeggen? a. Niets bijzonders b. Abortus in gang c. Placenta previa b. Abortus in gang Dat een openstaand ostium, al dan niet met uitpuilende vruchtzak een aanstaande miskraam vrijwel zeker maakt, wordt algemeen aangenomen.
43. Wat past bij een solutio placenta? a. Hypertone uterus b. Ingevallen uterus c. Pijnloze baarmoeder d. Kleurloze afscheiding uit het ostium a. Hypertone uterus Solutio = placentaloslating
44. Bij de prenatale diagnostiek naar een neurale buis defect wordt gebruik gemaakt van: a. hCG b. Alfa foetoproteïne b. Alfa foetoproteïne De meest voorkomende methoden om de ontwikkeling spina bifida te sporen tijdens de zwangerschap zijn maternaal serum alfa-foetoproteïne in het tweede kwartaal (MSAFP) en echografie
247. Een vrouw is 28 weken zwanger en voelt minder kindbewegingen. De fundushoogte is halverwege de navel en het xiphoïd. Hier is sprake van: a. Positieve discongruentie b. Negatieve discongruentie c. Normale groei a. Positieve discongruentie (te hoge fundus voor zwangerschapsduur
45. Het progesteron in de urine bereikt de hoogste concentratie na 32 weken zwangerschap. a. Juist b. Onjuist a. Juist
46. Door stijging van het ademminuutvolume met 40% tijdens de zwangerschap ontstaat fysiologische hyperventilatie met respiratoire acidose. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist zorgt voor respiratoire alkalose
47. Er zijn twee kenmerkende symptomen bij pre-eclampsie. Dit zijn proteïnurie en a. Stijging diastolische bloeddruk b. Bovenbuikspijn c. Oedeem d. Trombopenie a. Stijging diastolische bloeddruk Pre-eclampsie wordt gedefinieerd als de combinatie van hypertensie met een proteïnurie van 300mg/24 uur of meer.
48. Bij goed gereguleerde diabetes mellitus bij een zwangere is er tijdens het eerste trimester meer kans op: a. Hypoglycemie b. Hyperglycemie a. Hypoglycemie
49. Placenta previa vs solutio placenta. Wat past beter bij solutio? a. Pijnloos bloedverlies b. Hypertone uterus b. Hypertone uterus
50. Wat wijst op een ovulatoire cyclus? Vochtretentie in a. De eerste helft van de cyclus b. De tweede helft van de cyclus b. De tweede helft van de cyclus Alles zwelt op in 2e helft van cyclus door geslachtshormonen
51. Men spreekt van een fluxus bij bloedverlies postpartum a. <500ml b. 500-1000ml c. >1000ml c. >1000ml haemorrhagia postpartum (HPP) verstaan: bloedverlies van meer dan 1000 ml/24 uur (Volgens NVOG) >500 ml (volgens Heineman) --> behoeft iig monitoring en wordt als overmatig beschouwd
52. Na een vacuümextractie ademt het kind niet, het is bradycard, ziet bleek en is hypotoon. De Apgarscore is nu 1. a. Juist b. Onjuist a. Juist
53. Bij een caput succedaneum is de zwelling beperkt tot de schedelnaden. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Kan er ook buiten lopen. Cefaal hematoom kan per definitie niet boven een schedelnaad liggen.
54. Wat zegt het meest bij een man met fertiliteitsproblemen? a. Anamnese b. Lichamelijk onderzoek c. Semenanalyse a. Anamnese
55. Welk symptoom past niet bij placenta previa en wel bij solutio placenta? a. Koorts b. Bloedverlies c. Pijn c. Pijn
56. Het perineum is bij een vrouw tijdens de bevalling ingescheurd tot in de bekkenbodem en anus. Welke graad inscheuring is het? d. 4 1e graads: alleen de huid/vaginawand 2e graads: huid, vaginawand, onderhuids weefsel en spier 3e graads: inscheuring van rectumkringspier 4e graads: naast inscheuring sfincter ani ook laesie rectumslijmvlies
57. Een vrouw is in de 42e week van de zwangerschap. De controles zijn goed. Is de kans op morbiditeit en mortaliteit nu verhoogd? a. Ja b. Nee a. Ja Serotiniteit: het voortduren van de zwangerschap voorbij 42 weken amenorroeduur. --> toename perinatale mortaliteit en morbiditeit =gevolg van utero-placentaire insufficientie, oligohydramnion, meconiumhoudend vruchtwater en macrosomie.
58. Bij zwangeren wordt bloedonderzoek gedaan naar HIV/AIDS. Gebeurt dit volgens het opting in of opting out principe? a. Opting in b. Opting out b. Opting out
59. Een vrouw met epilepsie die anti-epileptica gebruikt, wil zwanger worden. Anti-epileptica hebben een teratogeen effect. Het is nu het beste om met het gebruik van anti-epileptica te stoppen tijdens de zwangerschap. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Monotherapie wordt geadviseerd, bij voorkeur in de vorm van slow release preparaten of een aantal giften over de dag verspreid, om piekconcentraties te vermijden. Minst teratogeen = carbamazepine
60. Bij de inwendige spildraai komt het achterhoofd voor. a. Juist b. Onjuist a. Juist Tijdens de normale baring neemt de flexie van het kinderhoofd ten opzichte van de romp toe. De inwendige spildraai betekent dat het achterhoofd van het kind tijdens de passage van het baringskanaal naar voren draait, dus naar A.a.v
61. Een zwangerschap wordt vastgesteld door het serum-oestrogeen te bepalen. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Een zwangerschapstest toont de aanwezigheid van human chorionic gonadotropine (hCG) aan in urine of bloed.
62. Een verhoogde PI (pulsatility index) in de aa. umbilicalis wijst op a. Placentainsufficiëntie b. Cor vitum c. Hypertensie van de moeder d. Hypertensie van het kind a. Placentainsufficiëntie
63. Waar heeft een zwangere vrouw meer kans op: a. Cholecystitis b. Meer migraine c. Appendicitis a. Cholecystitis Hormonen tijdens zwangerschap --> veroorzaken atonie van gal (vooral in 3e trimester)
64. Wat is afwijkend op een CTG? a. Acceleraties b. Deceleraties b. Deceleraties
65. De maternale sterfte in West Europa en Noord Amerika is a. 3 per 100.000 levendgeborenen b. 5 per 100.000 levendgeborenen c. 10 per 100.000 levendgeborenen d. 20 per 100.000 levendgeborenen c. 10 per 100.000 levendgeborenen In de periode 1993-2005 was de maternale sterfte 12.1 per 100.000 levendgeborenen.
66. Direct na een keizersnede heeft een neonaat een hartfrequentie van 85/min. Dit levert een apgarscore van 1 op. a. Juist b. Onjuist a. Juist HF <100 = 1 punt
67. Een infectie direct na de geboorte wordt meestal veroorzaakt door a. Influenzavirus b. Stafylococcus aureus c. Streptococcus pneumoniae d. Streptokokken groep B d. Streptokokken groep B De groep B streptokokken zijn een vaak voorkomende soort bacterie die aanleiding kan geven tot een verscheidenheid van infecties bij pasgeborenen. (want komt uit rectum/vagina)
68. Een foetus van 22 weken kan pijn voelen. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Pas vanaf 26 wk
69. Bij het HELLP-syndroom hoort niet: a. Hoge leverenzymen b. Hemolyse c. Hoog trombocytenaantal d. Hypertensie c. Hoog trombocytenaantal H - Hemolyse EL - Elevated Liver enzymes LP - Low Platelet count
70. Een vrouw komt tijdens de zwangerschap 10-15% aan. Wat is hiervoor de belangrijkste oorzaak? a. Vochttoename b. Vettoename a. Vochttoename Uterusinhoud: foetus (3500 gram), placenta (700 gram), vruchtwater (800 gram) Moeder: uterus (1000gram), mammae (400 gram), extracellulair water (3000 gram), vet (2600 gram)
71. De eerste dag van de laatste menstruatie (ELM) was 9 weken geleden. Op de echo wordt een zwangerschap van 7+1 vastgesteld. Is de zwangerschapsduur nu inderdaad 7+1wk? a. Ja b. Nee a. Ja Echo is leidend
72. 95% van de vrouwen met een regelmatige cyclus van 28 dagen bevalt à terme. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Slechts 1 op de 20 zwangeren bevallen op uitgerekende datum
73. Wanneer is de kans op overdracht van HIV van moeder op kind het grootst? a. In utero b. Tijdens de partus c. Tijdens de borstvoeding d. Indien moeder niet behandeld wordt d. Indien moeder niet behandeld wordt Perinatale transmissie kan met 70% worden gereduceerd door medicijnen (zidovudine) toe te dienen. Borstvoeding 30-50%, verticale transmissie 20-30%, precies in utero onbekend.
74. Bij een vrouw met gebroken vliezen, maar nog geen weeën, treedt de baring meestal binnen 24 uur op. a. Juist b. Onjuist a. Juist Als de vliezen gebroken zijn betekent dit dus nog niet dat de baring is begonnen. Meestal begint de baring dan wel binnen 24 uur.
75. De vlakken van Hodge staan loodrecht op de wervelkolom. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Hodge 1: vlak -> bovenrand symfyse en promontorium: bekkeningang Hodge 2: vlak hieraan evenwijdig -> onderrand symfyse Hodge 3: vlak hieraan evenwijdig -> spinae ischiadicae: interspinaallijn Hodge 4: vlak hieraan evenwijdig -> os coccygis
76. Normale foetale harttonen gaan 180/min. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist De normale basisfrequentie ligt tussen de 110 en 150 slagen per minuut.
77. De uterus groeit onder invloed van prolactine. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist De groei van het myometrium met zijn glad spierweefsel, bindweefsel, vaat- en zenuwvoorziening, komt tot stand oiv oestrogeen en progesteron!
78. Bij het syndroom van Down is maternale serumscreening even effectief als screening op leeftijd. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Beetje moeilijke vraag hoor
79. Een baby is geboren na een normale zwangerschap en krijgt op de 3e dag icterus en aanvallen van blauw zien. Dit is: a. Fysiologisch b. Herseninfarct c. Ductusafwijking a. Fysiologisch 2e-7e dag, waarbij serum bili <210umol/l blauw waasje om de mond (maskeren) Niet pathologisch
80. Belangrijkste reden om voor de 8e week oorzaak van cholestase te weten? a ivm onzekerheid ouders b > 8e week = prognose van correctie van galgangatresie slechter c > 8e week = immuunsysteem zo erg veranderd dat een Ltx veel gevaarlijker zou zijn b. Na de 8e week is de prognose van een eventuele correctie van galgangatresie beduidend slechter
81. Een hersenbloeding bij een prematuur wordt meestal veroorzaakt door een trauma. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist Door onderontwikkeling gebieden met rijke vascularisatie: bij pretermen kunnen hypoxie en hypercapnie vaatverwijding veroorzaken --> bloeddrukschommelingen --> peri-/intraventriculaire bloedingen
82. Het ademminuutvolume is na het eerste trimester met 80% toegenomen. a. Juist b. Onjuist b. Onjuist 40%
83. Een moeder met DM1 heeft geen verhoogde kans op een … kind: a. Serotien b. Macrosoom c. Icterisch d. Hypoglycemisch a. Serotien
84. Een kind van 36 weken ligt in stuit. Bevallen bij: a. 36 weken b. 39 weken c. Met een sectio d. Informatie geven aan de zwangere om te kiezen tussen opties d. Informatie geven aan de zwangere om te kiezen tussen opties
85. Zwangerschapshypertensie stel je vast bij en gezonde vrouw zonder bekende hypertensie bij een systolische bloeddruk van 140mmHg. a. Juist b. Onjuist a. Juist Grens: 140/90 mmHg
Created by: Jin_van_Bruggen
Popular Medical sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards