click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Farmacotherapie A+B
Farmacotherapie eindtoets analgetica en antistolling
| Question | Answer |
|---|---|
| Belangrijkste bijwerking van paracetamol: | Leverbeschadiging bij >150mg/kg per dag |
| Risicofactoren ontwikkelen leverbeschadiging bij paracetamol: | Pre-existente leverbeschadiging, alcoholisme, slechte voedingstoestand |
| Bij paracetamolintoxicatie toedienen van: | N-acetylcysteïne |
| NSAID's werken door: | Remming van COX -> remming prostaglandinesynthese |
| Selectieve COX-2 remmer is... en zorgt voor: | Celecoxib, minder GI bijwerkingen |
| Bijwerkingen van NSAID's zijn: | Ulcus pepticum, nierfalen, trombocytopathi, verergering van hartfalen door vochtretentie |
| Risicofactoren voor het ontwikkelen van een ulcus pepticum bij NSAID's zijn... Ter preventie gebruik je ... | Hoge leeftijd, eerder ulcus, RA, hartfalen, DM. PPI |
| Risicofactoren voor het ontwikkelen van nierfalen bij NSAID's zijn... en komen door ... | Hartfalen, dehydratei, sepsis, eerder nierfalen. constrictie van de afferente nierarteriole |
| NSAID's icm ... zorgen voor een verhoogd risico op GI-bloedingen | Cumarines, trombocytenaggregratieremmers, steroïden en SSRI's |
| NSAID's icm ... zorgen voor een verhoogd risico op nierfalen | ACE-remmers, RAS-remmers, diuretica |
| Effecten van opiaten door binding aan μ, κ, δ receptoren zijn: | Analgesie, ademdepressie (μ), miosis, obstipatie, euforie (μ), dysforie, sedatie en afhankelijkheid (μ) |
| Codeïne heeft een ... analgetisch effect dan morfine, fentanyl heeft een ... analgetisch effect dan morfine | Zwakker, sterker |
| Om de bijwerkingen van morfine te couperen geef je: | Naloxon |
| Belangrijkste bijwerkingen van opiaten: | Obstipatie, ademdepressie en afhankelijkheid |
| Tramadol heeft een ... analgetisch effect dan morfine en zorgt tevens voor remming van de heropname van ... | Zwakker, noradrenaline en serotonine |
| Adhesie van trombocyten aan collageen gebeurt via: | Von willebrand factor |
| Extrinsic pathway van de bloedstolling ontstaat doordat bloed in aanraking komt met: | Tissue factor en VII |
| vitamine K -afhankelijke stollingsfactoren zijn: | II VII IX en X |
| Fibrine wordt opgelost door: | Plasmine |
| Veneuze trombose bestaat voornamelijk uit ... door ... Arteriele trombose bestaat voornamelijk uit ... en daarbij geef je dus | Erythrocyten, circulatoire stase, trombocyten, trombocytenaggregatieremmers |
| Veelvoorkomende tromocytenaggregatieremmers: | Acetylsalicylzuur (apririne), clopidogrel en dipyiridamol |
| Couperen van een bloeding bij tromocytenaggregatieremmers in niet-acute, subacute en acute situaties: | 5 dagen van te voren stoppen, 3 dagen wachten met ok, bij inleiding desmopressine en trombocytentransfusie. Voor veel ingrepen hoeft acetylsalicylzuur niet gestopt te worden. |
| Bridging is nodig bij ... met ... | Coumarinederivaten en DOAC's, heparine |
| Halfwaardetijd acenocoumarol ... uur, maximale werking na ... uur werkt voor .... Halfwaardetijd fenprocoumon ... uur, maximale werking ... uur, werkt voor .... | 8, 36-48, enkele dagen 160, 48-72, enkele weken |
| Bij atriumfibrilleren, mechanische klepprothese, longembolie en diep veneuze trombose: | Vitamine K antagonisten |
| Bij primaire en secundaire preventie bij arterieel vaatlijden, zoals myocardinfarct, angina pectoris en post CABG, en als tweede keus na TIA of CVA en bij perifeer arterieel vaatlijden: | Acetylsalicylzuur |
| Bij stentplaatsing, acuut coronair syndroom, perifeer vaatlijden en na een TIA of CVA: | Clopidogrel |
| INR wordt bepaald bij... met een streef INR van 2,5-3,5 | Vitamine K antagonisten |
| Een bloeding bij coumarinederivaten kan worden gecoupeerd met | Vitamine K of Cofact |
| Interacties coumarinederivaten | Koorts, overmatig alcoholgebruik, NSAID's, corticosteroïden, cotrimoxazol, carbamazepine, fenytoïne, rifampicine |
| Werkingsmechanisme heparines: | Remmen geactiveerde stollingsfactoren (trombine en Xa) |
| aPTT controle bij: | Heparine |
| LMWH's (...) hebben een ... halfwaardetijd dan heparine en worden ... geklaard | Nadroparine/fraxiparine, langere, renaal |
| Bij tromboseprofylaxe ... | Heparines |
| Bloeding bij heparine couperen met: | Protamine |
| 4 DOAC's: | Dabigatran (II), apixaban (Xa), edoxaban (Xa), rivaroxaban (Xa) |
| Bij non-valvulair atriumfibrilleren, bij een diep veneuze trombose en een longembolie: | DOAC's (overlappen met vit-K vanwege nieuwheid) |
| Voordelen van DOAC's tov vit-K antagonisten zijn: | Kortere werkingsduur, gebruiksgemak, geen INR-controle, minder intracraniële bloedingen. |
| Couperen van een bloeding bij dabigatran met ... rest met ... | idarucizumab, vierfactorenconcentraat (cofact) |