Help

Options

focusNode

Didn't know it?
click below

Knew it?
click below

Don't Know

Remaining cards (0)

Know

retry

shuffle

restart

0:00

Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

Normal Size Small Size show me how

VOCAFF 15

Financieel management

Dutch	French	Synoniem	Antoniem
De accounting	La comptabilité	De boekhouding
Het bedrag	Le montant La somme	De som
Bedragen	S'élever à
De bedrijfsadministratie	La comptabilité analytique
Begroten	Établir le budget
De begroting	Le budget	Het budget
Betalen	Payer
De betaling	Le paiement
Boeken	Comptabiliser Enregistrer Porter en compte
Het boekhouden	La tenue de la comptabilité La tenue des comptes
Boekhoudkundig	Comptable
De boeking	La comptabilisation
Het boekjaar	L'année fiscale L'exercice comptable
Het gegeven	La donnée
Het kwartaal	Le trimestre
Het saldo	Le solde Le bénéfice
Terugbetalen	Rembourser	Aflossen
De terugbetaling	Le remboursement	De aflossing
De accountant	L'expert-comptable
De audit	L'audit
De bedrijfsrevisor	Le réviseur d'entreprise
De boekhouder	Le comptable
De crediteur	Le créditeur		De debiteur
De debiteur	Le débiteur	De schuldenaar	De debiteur
De schuldeiser	Le créancier		De schuldenaar
De wanbetaler	Le mauvais payeur
De verrichting	L'opération
De bewaarplicht	L'obligation de conservation
De bewaartermijn	Le délai de conservation
Het bewijsstuk	La pièce justificative
De kwitantie	La quittance
De boeken	Les écritures Les journaux
Het dagboek	Le livre-journal
Het document	Le document
Het grootboek van rekeningen	Le grand livre des comptes	Het grootboekrekening
De journaalpost	L'article au livre-journal
Het kasboek	Le journal de caisse
De registratie	L'enregistrement
Het verkoopboek	Le journal des ventes
De inventaris	L'inventaire
De inventarisatie	L'établissement de l'inventaire
Inventariseren	Dresser l'inventaire Établir l'inventaire Faire l'inventaire
Het credit	Le crédit
Crediteren	Créditer		Debiteren
De creditering	L'imputation au crédit L'inscription au crédit L'opération de crédit		De debitering
De creditnota	La note de crédit
Het debet	Le débit
Debiteren	Débiter		Crediteren
De debitering	L'imputation au débit L'inscription au débit L'opération de débit		De creditering
De jaarrekening	Les comptes annuels
Het jaarverslag	Le rapport annuel Le rapport de gestion
De rekening	Le compte
De balans	La balance Le bilan
De post	Le poste	De rubriek
Het schema	Le schéma
Het vermogen	Les capitaux Les fonds Le patrimoine	Het patrimonium
De activa	L'actif		De passiva
Aflossen	Amortir un emprunt Rembourser	Terugbetalen
De aflossing	L'amortissement d'un emprunt
Afschrijven	Amortir un actif
De afschrijving	L'amortissement d'un actif
De assets	Les actifs	Het tegoed
De belegging	Le placement
De bezitting	L'avoir (matériel) Le bien La propriété	Het goed
Het effect	La valeur mobilière
FIFO	PEPS
De financiële vaste activa	Les immobilisations financières
Het gereed product	Les produits finis
Het goed	Le bien La marchandise
De goodwill	Le fonds de commerce
De immateriële vast activa	Les immobilisations incorporelles		De materiële vaste activa
De kas	La caisse
Het kasgeld	L'encaisse Les disponibilités en caisse Le solde en caisse	De kasmiddelen
De kaspositie	La position de trésorerie La situation de trésorerie
De kosten	Les charges Les coûts Les frais	De onkosten De lasten
LIFO	DEPS
De liquiditeiten	Les liquidités
Het materieel	Le matériel d'équipement
De materiële vaste activa	Les immobilisations corporelles		De immateriële vaste activa
De middelen	Les fonds Les moyens financiers
Het onderhanden werk	Les en-cours de production de biens Les travaux en cours
Het patrimonium	Le patrimoine La situation patrimoniale	Het vermogen De vermogenspositie
Het tegoed	Les avoirs	De assets
De uitrusting	L'équipement
Het vastgoed	Les biens immobiliers
De vaste activa	L'actif fixe		De vlottende activa
De vermogenspositie	La situation patrimoniale	Het patrimonium
De vlottende activa	L'actif circulant		De vaste activa
De voorraad	Le stock
Vooruitbetalen	Payer anticipativement
De vooruitbetaling	L'acompte versé
Vorderen	Exiger d'être payé
De vordering	La créance
Het voorschot	L'acompte
De hypotheek	L'hypothèque
Het kapitaal	Le capital
De lease	Le leasing La location-financement	De leasing
De lening	L'emprunt Le prêt
De passiva	Le passif	De verplichtingen	De activa
De provisie	La provision	De voorziening De reserve
De reserve	La réserve	De provisie
De schuld	La dette
De subsidie Het subsidie	Le subside La subvention
De verplichtingen	Les engagements Le passif	De passiva
De afwaardering	La dépréciation La dévalorisation La réduction de valeur	De waardevermindering	De waardevermeerdering
De baten	Les produits
De ebit	Le bénéfice avant impôts et charges financières
De ebita	Le bénéfice avant intérêts
De ebitda	Le bénéfice avant intérêts
De meerwaarde	La plus-value
De omzet	Le chiffre d'affaires
De opbrengst	Le produit	Het rendement De rentabiliteit
Het profijt	Le bénéfice Le gain Le profit	De winst	Het verlies
Het resultaat	Le résultat	Het totaal
De resultatenrekening	Le compte de résultats	De winst- en verliesrekening
Het totaal	Le total Le résultat	Het totaal
Het verlies	La perte		De winst Het profijt
De waardevermeerdering	L'augmentation de valeur		De waardevermindering De afwaardering
De waardevermindering	La dépréciation La dévalorisation La réduction	De afwaardering	De waardevermeerdering
De winst	Le bénéfice Le gain	Het profijt
De winst- en verliesrekening	Le compte de pertes et profits Le compte de résultats	De resultatenrekening
Het aanslagbiljet	L'avertissement extrait de rôle
De belastingaangifte	La déclaration fiscale
Belasten	Imposer
De belasting	L'impôt La taxe	De taks
Het belastingjaar	L'exercice d'imposition
De belastingverlaging	La réduction d'impôts	De belastingvermindering
Belastingvrij	Exempté d'impôts Exonéré d'impôts
De belastingvrijstelling	L'exonération d'impôts L'exemption d'impôts
Fiscaal	Fiscal
De fiscus	Le fisc
De voorheffing	Le précompte
De analyse	L'analyse
Analyseren	Analyser
De berekeningsmethode	La méthode de calcul
De besteding	L'affectation des moyens
Het break-evenpunt	Le seuil de rentabilité
De cashflow	La capacité d'autofinancement Le cash-flow	De kasstroom
Het cijfer	Le chiffre Le résultat
Financieel	Financier
Financieren	Financer
De financiering	Le financement
De financieringsbehoefte	Le besoin en financement
De financieringsbron	La source de financement
Het financieringsplan	Le plan de financement
De inkomsten	Les recettes Les revenus	De ontvangsten
Investeren	Investir
De investering	L'investissement
De kasstroom	Le cash-flow Le flux de trésorerie	De cashflow
Het kasstroomoverzicht	Le tableau des flux de trésorerie
Het kengetal	L'indice Le ratio La statistique	De ratio
De koopoptie	L'option d'achat
Kredietwaardig	Solvable	Solvabel
De kredietwaardigheig	La solvabilité	De solvabiliteit
De marge	La marge
De rapportage	Le reporting financier	De reporting
Rendabel	Rentable	Winstgevend
Het rendement	Le rendement	De rentabiliteit De opbrengst
De resultaatverwerking	L'affectation des résultats
Solide	Sain Solide
De stroom	Le flux
De uitgave	La dépense
Uitgeven	Dépenser
Vers geld	Argent frais
De waarde	La valeur
De waardebepaling	La détermination de la valeur
Waarderen	Évaluer
De waardering	L'évaluation
De waarderingsregel	La règle d'évaluation
Het werkkapitaal	Le fonds de roulement
De accountingsverklaring	La déclaration comptable
De budgetbewaking	Le contrôle budgétaire La surveillance budgétaire
Budgetteren	Budgétiser
De budgettering	La budgétisation La prévision budgétaire
De contrôle	Le contrôle
Het kasverschil	La différence de caisse L'écart de caisse
De prognose	La prévision

Created by: 100003114252683

Popular Dutch sets

Dutch #21 Adj 3

bostda_Dutch huge wordlist

perfectum and imperfectum

Dutch vocabulary

Dutch course #1

Dutch course #10

posterwoorden 1 klas 1 GKH

PA German Ch 1 Pt 2

bostda_Dutch phrases

Vocabulaire néerlandais Niv. A2

Basic Vocab

Expressions essentielles - politesse

"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries: