click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 4 Thema 6
Beeldtaal (week 3)
| woord | omschrijving |
|---|---|
| de beeldtaal | de taal waarin je schrijft met beelden, zoals symbolen, pictogrammen, cartoons en tekens |
| het pictogram | een kleine, makkelijke tekening die iets betekent |
| de cartoon | een grappige tekening |
| het hekje | een teken dat er zo uitziet # op de telefoon of computer |
| het apenstaartje | een teken dat er zo uitziet @ op de telefoon of computer |
| het haakje | een teken dat er zo uitziet ( ) op de telefoon of computer |
| bepaald | dit woord gebruik je als je zeker weet waarover het gaat |
| behulpzaam | graag willen helpen |
| door middel van | met |
| kennelijk | duidelijk te zien |
| de beugel | ijzeren band in je mond om je tanden mee recht te zetten |
| logisch | als iets logisch is, dan klopt het |
| de trede | het vlakke deel van een trap; als je een trap oploopt, stap je steeds van de ene trede op de andere |