click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 4 Thema 4
Kalender (week 1)
woord | omschrijving |
---|---|
de levensfase | een deel van je leven. Eerst ben je kind, dan volwassen en daarna bejaard |
de peuter | een kind van 2 tot 4 jaar oud |
de volwassene | iemand die geen kind meer is, een groot mens |
de bejaarde | iemand die ouder is dan 65 jaar |
ouderwets | iets van vroeger, wat nu (bijna) niet meer gebruikt wordt; het is het tegenovergestelde van modern |
modern | iets van nu, wat past in deze tijd; het is het tegenovergestelde van ouderwets |
het uniform | kleding die bij een bepaald beroep hoort, vb bij een agent of bij een soldaat |
opgroeien | groot worden, volwassen worden |
het verslag | opschrijven wat er gebeurd is |
de ervaring | iets wat je meegemaakt hebt |
een hekel hebben aan | als je er helemaal niet van houdt, vb aan iets wat je niet lust |
iets op zak hebben | iets bij je hebben |
het dagboek | een schrift waarin je elke dag schrijft wat je hebt beleefd of wat je denkt |
de boete | geld dat je als straf moet betalen, je noemt het ook een bekeuring |