click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 5 Thema 2
Zintuigen (week 1)
| woord | omschrijving |
|---|---|
| de zintuigen | ze geven je informatie over de wereld om je heen; je kunt ermee horen, zien, ruiken, proeven en voelen |
| de reuk | een van je zintuigen; met je reuk kun je ruiken |
| de tastzin | een van je zintuigen; met je tastzin kun je voelen, vb: met je handen |
| het zicht | een van je zintuigen; met je zicht kun je zien |
| buitengewoon | niet gewoon |
| doodnormaal | heel normaal |
| keuren | kijken of iets goed is, bepalen of iets goed is |
| het gerecht | het deel van een maaltijd dat in een keer wordt opgediend |
| bepalen | vaststellen, zorgen dat je iets zeker weet |
| bitter | een speciale, scherpe smaak, vb: witloof |
| dankzij | door, met behulp van |
| draaien om | het gaat over iets, dan is dat het belangrijkste |
| smikkelen | met heel veel smaak eten |
| de chef-kok | de kok die de baas is in de keuken van een restaurant |