click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 4 Thema 1
Vriendschap (week 2)
| woord | omschrijving |
|---|---|
| de held | Iemand die gevaarlijke dingen doet om anderen te helpen. |
| dapper | Als je bij gevaar veel durft en niet bang bent. |
| laf | Als je niet dapper bent en niet veel durft. |
| de lafaard | Anderen noemen je zo als ze vinden dat je je laf gedraagt. |
| een oogje hebben op | Verliefd zijn op. |
| een kleur krijgen | Blozen. |
| hevig | Erg of zeer. |
| alsmaar | De hele tijd. |
| met opzet | Expres. |
| boffen | Geluk hebben. |
| het talent | Zonder veel moeite iets goed kunnen. |
| het bewijs | Hiermee laat je zien dat iets echt waar is. |
| de hooikoorts | Als je in het voorjaar steeds moet niezen. |
| het alfabet | Alle letters op een rij. |