click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Trefwoord
konwersacje
| Question | Answer |
|---|---|
| De huisarts verwijst hem... de specialist. | naar |
| In Italie kwam hij in aanraking...de politie. | met |
| Ons vakantiehuis beantwoordde helemaal niet...onze verwachtingen. | aan |
| Hij verlangt heel erg...zijn vader. | naar |
| Wij zijn op zoek...een nieuw huis. | naar |
| Zij stelt hoge eisen...haar cursisten. | aan |
| Zij condoleert mij...het verlies van mij broer. | met |
| Nederandt grenst...Duitsland en Belgie. | aan |
| Voel je wat...een feestje? | voor |
| Ik maak hem attent...die notitie. | op |
| Kom jij in aanmerking...huursubsidie? | voor |
| We moeten allemaal bezuinigen...energie. | op |
| Waar dienen die bakken...? | voor |
| Ik moet daar toch even...nadenken. | over |
| Zij heeft veel gevoel...kleuren. | voor |
| Zij is bedroefd...de dood van haar hond. | over |
| Ik kies...meer comfort. | voor |
| Hij werd beloond...zijn bijdrage aan het programma. | voor |
| Dat geeft aanleiding...kletspraatjes | tot |
| Die jas is niet bestand...zoveel regen. | tegen |
| Zij vechten...elkaar. | tegen |
| Ik verdenk hem...fraude. | van |
| Vorige week is zij bevallen...een gezonde baby. | van |
| Ben jij in het bezit...een rijbewijs? | van |
| Hij is...veel in staat. | tot |
| Ik doe afstand...de erfenis. | van |
| Dat leidt onherroepelijk...problemen. | tot |
| Zie jij ook zo op...die hele organisatie? | tegen |
| Ik blijf...mijn eerste bewering. | bij |
| Pas op! Denk ...het afstapje. | om |
| Wie hoort er...haar? | bij |
| Hij huilde...zijn zieke vriend. | om |
| Ik verzoek...stilte. | om |
| Ik geloof...een leven na de dood. | in |
| Past die rok...deze trui? | bij |
| Hij staatbekend...zijn gemene grapjes. | om |
| Ik kom niet in aanmerking...een stageplaats. | voor |
| Gecondoleerd...het verlies van je moeder. | met |
| Dat gesprek leidt...niets. | tot |
| Mijn vader is op zoek...een nieuw auto. | naar |
| Die twee mensen passen goed...elkaar. | bij |
| Ik heb geen gevoel...muziek. | voor |
| ...welke landen grenst Zwitserland? | aan |
| Ik voel wel wat...een middagje zwemmen. | voor |
| Hij stelt hoge eisen...zijn personeel. | aan |
| Claudia is bevallen...een dochter. | van |
| Doe de radio eens wat zachter. Denk ...de buren. | om |
| Hij is daar niet...in staat. | tot |
| Hij wordt doorverwezen...de oogarts. | naar |
| Ik ben nog nooit in aanraking gekomen...drugs. | met |
| Ik zie erg op...het examen. | tegen |
| Daar woord je zeker...beloond. | voor |
| Ik blijf er...dat he onzin is. | bij |
| Waar dienen die hekken eigenlijk...? | voor |
| Ik meld me aan...een cursus Nederlands. | voor |
| Hij wijdt zich volledig...zijn studie. | aan |
| Ze bereiden zich voor...het examen. | op |
| Hij stelt zich onder behandeling...een kaakchirurg. | van |
| We sluiten ons aan...die partij. | bij |
| Zij verbergen zich dagenlang...de vijand. | voor |
| Ik houd me bezig...de verzorging van de dieren. | met |
| Jullie houden je niet...de afspraak. | aan |
| Voor klachten moet u zich richten...de directie. | tot |
| Hij heeft zich gespecialiseerd...oogheelkunde. | in |
| Ik leg me...die beslissing neer. | bij |
| Zij abonneert zich...een plaatselijke krant. | op |
| Hij verzet zich...zij autoritaire vader. | tegen |
| Ik trek me niets aan...die krietiek. | van |
| Hij verzoent zich...zijn lot. | met |
| Hij verdiept zich...zijn nieuwe boek. | in |
| Hij keek niet op...dat resultaat. | van |
| Dat is in strijd...de voorschriften. | met |
| Ik probeer niet te zwichten...zijn charmes. | voor |
| Hun scheiding ging gepaard...veel ruzies. | met |
| Geen commentaar! Ik laat me daar toch niet...uit. | over |
| Op de camping stikte het... de oorwurmen. | van |
| ... dit soort karweitjes leen ik me niet! | voor |
| Ik heb me verkeken...haar kwaliteiten. | op |
| Wat is het benauwd! Ik snak...frisse lucht. | naar |
| Ik heb altijd goed...haar op kunnen schieten. | met |
| De opbrengst komt ten goede...het Rode Kruis. | aan |
| Het komt er...neer dat hij wordt ontslagen. | op |
| In voor- en tegenspoed...ik sta...je! | achter |
| Ik sta er...dat je de waarheid spreekt. | op |
| Waar is hij eigenlijk...uit? | op |
| Ben jij gediend...die opmerkingen? | van |
| Ik zie af...verder contact. | van |
| Ik moet erover praten. Ik ben er vol.... | van |
| Hij wil daar niet...ingaan. | op |
| We kunnen volstaan...een feliciatiekaartje. | met |
| Wat denk je...een dagje uit? | van |
| Heb jij kijk...mode? | op |
| Hij gaat op...zijn nieuwe hobby. | in |
| Daar ben ik niet...opgewassen. | tegen |
| Tijdens de overtocht hadden we te kampen...zware rukwinden. | met |
| Je moet je wat meer bekommeren...je moeder. | om |
| Waar zinspeelt hij...? | op |
| We zetten ons in...he goede doel. | voor |
| Ze doen zich te goed...het lekkere eten. | aan |
| Er is heel wat...doen geweest. | om |
| Je kunt geen appels...peren vergelijken! | met |
| Zullen die landen ooit nog vrede sluiten...elkaar? | met |
| Dat ongeluk is te wijten...roekeloosheid. | aan |
| Ik voorzie onze auto...nieuwe banden. | van |
| ...de vergadering ging een bespreking vooraf. | aan |
| Dat boek is... het Engels...het Frans vertaald. | uit/in |
| Ik verschil...hem...mening. | met/van |
| Hij is veroordeeld...tien jaar gevangenisstraf. | tot |
| Hij wordt verdacht...moord. | van |
| Ze vechten...elkaar...het dictatoriale bewind. | met/tegen |
| Dat is een uitzondering...de regel. | op |
| Hij blijft trouw...zijn principes. | aan |
| Hij werd meteen toegelaten...de universiteit. | tot |
| Ik ben teleurgesteld...de liefde. | in |
| Wij staan even stil...die herinnering. | bij |
| Zij steunt erg...haar vriendinnen. | op |
| Stem jij...een kleine partij of een grote? | op |
| De jager schiet...het konijn. | op |
| Zij werd beroofd...haar tasje. | van |
| Wij stellen hem aansprakelijk...de schade. | voor |
| Dat hebben we te danken ...haar inzet. | aan |
| Donkere wolken duiden...onweer. | op |
| Ik ben gewend geraakt...zijn manier van praten. | aan |
| Ze trekken altijd partij...elkaar. | voor |
| Zulke misdadigers schrikken nergens...terug. | voor |
| Zij staat altijd te schelden...haar kinderen. | op |
| Wil jij die pen ruilen...een andere? | voor |
| Wat rijmt er...Sinterklaas? Pieterbaas! | op |
| Hij is voldaan...het resultaat van die actie. | over |
| Dat land is rijk/arm...delfstoffen. | aan |
| Houd je rekening...de veranderde lestijden! | met |
| Daar moet je niet...spotten! | met |
| Dat is zeker een reden.../...een feestje! | voor/tot |
| Ik overtuig hem...zijn ongelijk! | van |
| Hij is op het nippertje...de vijand ontsnapt. | aan |
| Zij is onverschillig...kritiek! | voor |
| Ik leg de nadruk...de laatste lettergroep. | op |
| Ik moet nog...hem afrekenen. | met |
| Hij maakt misbruik...mijn goede wil. | van |
| Ik hecht weinig waarde...zijn mening. | aan |
| We zijn er...geslaagd alle problemen op te lossen. | in |
| Hij moet leven...een klein salaris. | voor |
| Ik hoop...een betere toekomst. | op |
| Was jij getuige...dat ongeluk? | van |
| Ik wens hem geluk...zijn diploma. | met |
| Wij maken gebruik...de lift. | van |
| Ik concludeer...jouw verhaal,dat hij de dader is. | uit |
| Ik moet dat eerst...hem bespreken. | met |
| Hij wordt beschuldigd...diefstal. | van |
| Ik bezwijk...de verleiding. | voor |
| Onze sympathie gaat uit...zijn vrouw. | naar |
| Neem maar...mij aan dat hij vanavond komt. | van |
| ...dit verhaal blijkt dat hij de waarheid heeft gezegd. | uit |
| Dat is van belang...je verdere loopbaan. | voor |
| Wat is zijn motief...die daad? | voor |
| We nemen geen genoegen...zijn excuses. | met |
| Hij werd geconfronteerd...de realiteit. | met |
| Wij hebben onze handen vol...de voorbereidingen. | aan |
| Vraag het hem maar;hij heeft kijk...planten en bloemen. | op |
| Wie nemen er deel...de wedstrijden? | aan |
| Wat hebben jullie...elkaar gemeen? | met |
| Je bent vrij!Ik dwing je...niets. | tot |
| Dat woord eindigt...een t. | op |
| We zijn...een ramp ontkomen. | aan |
| Ik ben immuun.../...die ziekte. | voor/tegen |
| Heb je interesse...een tweedehands computer? | voor |
| Was hij medeplichtig ...die overval? | aan |
| Ik weet het niet. Ik kan er alleen...raden. | naar |
| Je hoeft niet...mij te schrikken! | van |
| Wees zuinig...water. | met |
| Wie houdt er toezicht...die speelplaats? | op |
| Men zegt dat Nederlandse kinderen brutaal zijn...hun ouders. | tegen |
| Daar zul je...moeten boeten. | voor |
| Twee getallen verhouden zich...elkaar als 2:3. | tot |
| Een cursus Chinees! Waar begin je toch...! | aan |
| ...de verjaardag van de koningin heeft iedereen een vrije dag. | ter gelegenheid van |
| Wij gaan verhuizen!....20 augustus is ons adres:Veldekestraat 3, Beverwijk. | met ingang van |
| ...de festiviteiten is het centrum van de stad van daag afgesloten voor alle verkeer. | in verband met |
| Hij wil altijd zijn zin hebben,...alles en iedereen. | ten koste van |
| ...uw brief van 12 spetember jl.wil ik u het volgende mededelen. | in antwoord op |
| ...medicijnen probeert men de ziekt te bestrijden. | door middel van |
| Een orkest staat...een dirigent. | onder leiding van |
| ...een paar maanden kon ik al aardig piano spelen. | na verloop van |
| Dat onderzoek werd ingesteld...de plaatselijke bevolking. | op verzoek van |
| Iedereen is het met me eens...jullie twee. | met uitzondering van |
| Op de brief staat:...dhr.Jansen. | ter attentie van |
| Er is een fout gemaakt. Ik heb een cd ontvangen...een boek. | in plaats van |