Save
Upgrade to remove ads
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

Francofan

Nederlands - Français

QuestionAnswer
se lever opstaan
tôt vroeg
partir vertrekken
les vêtements de kleren
la campagne het platteland
les promenades de wandelingen
aider helpen
mauvais slecht
s'habiller aankleden
la plage het strand
un lac een meer
un mouton een schaap
une feuille een blad
la fenêtre het venster
des oeufs eieren
dix heures et demie 10 uur 30
qui? wie?
toute de suite onmiddellijk
mettre zetten, aantrekken
un petit déjeuner een ontbijt
en tram met de tram
je voudrais ik zou ... willen, mag ik aub
il est sept heures quinze het is 7 uur kwart
il est cinq heures quarante-cinq het is kwart voor 6
venir komen
les courses de boodschappen
la boulangerie de slagerij
l'épicerie de kruidenier
sympa sympathiek
premier, première eerste
cette année dit jaar
par semaine per week
j'adore ik hou veel van
on s'amuse we amuseren ons
tu lis jij leest
Il fait quoi? Wat doet hij?
travailler werken
la gym turnen
un livre een boek
la tête het hoofd
la gorge de keel
la bouche de mond
le corps het lichaam
une main een hand
un doigt een vinger
entre tussen
devant voor
ça va mal het gaat slecht
je suis tombé ik ben gevallen
le malade de zieke
sortir naar buiten gaan
devoir moeten
j'aide ik help
un devoir een huiswerk
un tableau een schoolbord
un exercise een oefening
une phrase een zin
une feuille een blad
un portable een laptop
un élève een leerling
vouloir willen
avoir envie de zin hebben in
acheter kopen
déjà al, reeds
une assiette een bord
la verre een glas
la cuillère een lepel
l'armoire de kast
une bouteille de fles
la viande het vlees
une orange een sinaasappel
une poire een peer
les légumes de groenten
rentrer naar huis gaan
à bientôt tot binnenkort
ouvert open
toujours altijd
acheter kopen
entendre horen
attendre wachten
apprendre leren
voir zien
on trouve men vindt
j'entends ik hoor
la chambre de kamer
ton lit jouw bed
la salle de bains de badkamer
le coin de hoek
le fauteuil de zetel
ouvrir openen
le grenier de zolder
la cuisine de keuken
la chaise de zetel
la piscine het zwembad
la semaine de week
curieux nieuwsgierig
raconter vertellen
il faut partir we moeten vertrekken
bonne chance veel geluk
on y va we vertrekken
le mot het woord
le petit copain het vriendje
orange oranje
pour om te
un cochon een varken
plus tard later
l'après-midi de namiddag
le temps de tijd
connaître kennen
tu es allée où ? waar ben je naartoe geweest ?
ce midi deze middag
le soir de avond
une journée een dag
un ordinateur een computer
Quelle belle journée ! Wat een mooie dag !
Tu connais cette fille ? Ken je dit meisje ?
la sortie de uitgang
le bois het bos
l'arbre de boom
l'âge de leeftijd
ma veste mijn vest
ta veste jouw vest
sa veste zijn, haar vest
mon gsm mijn gsm
ton gsm jouw gsm
son gsm zijn, haar gsm
penser denken
notre, votre, leur onze, jullie, hun
contre tegen
malheureux, malheureuse ongelukkig
court kort
heureux, heureuse gelukkig
se promener wandelen
avoir peur schrik hebben
une robe een jurk
une jupe een kleed
jaune geel
j'arrive ik kom eraan
se laver zich wassen
des chaussettes kousen
des bottes laarzen
des chaussures schoenen
Qu'est-ce que je vais mettre? Wat ga ik aantrekken?
Qu'est-ce que tu vas mettre? Wat ga jij aantrekken?
Je vais mettre un pantalon. Ik ga een broek aantrekken.
un pantalon een broek
desde el principio vanaf het begin
Created by: Ellie81
Popular French sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards