click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 7 Thema 1
Organiseren (week 3)
| woord | omschrijving |
|---|---|
| overhalen | Overtuigen. Vb: Als je iemand wil overtuigen, praat je net zolang tegen hem/haar totdat hij/zij meedoet met jou. |
| het pleidooi | Toespraak waarin je anderen met argumenten probeert te overtuigen of tot iets over te halen. |
| afwijzen | Nee zeggen tegen iets of iemand. |
| flexibel | Je gemakkelijk kunnen aanpassen. |
| star | Je moeilijk kunnen aanpassen. |
| heftig | Fel en hevig. |
| snerpen | Een scherp geluid maken dat pijn doet aan je oren. |
| zowel...als | Niet alleen, maar ook. Vb: Ik houd zowel van dieren als van planeten. |
| het punt | Het onderwerp. |
| de constructie | De manier waarop iets gemaakt of gebouwd is. |
| zich als een olievlek verspreiden | Heel snel bekend worden. Vb: Het nieuws verspreidde zich heel snel. |
| iemand de hemel inprijzen | Op een overdreven manier zeggen dat iemand heel goed is in iets. |
| de infrastructuur | Het geheel van alle verbindingen die er zijn. Vb: wegen, vliegvelden en bruggen. |