Help

Options

focusNode

Didn't know it?
click below

Knew it?
click below

Don't Know

Remaining cards (0)

Know

retry

shuffle

restart

0:00

Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

Normal Size Small Size show me how

Chapitre 6: Wonen

3ième Partie

Word	Translation
De salontafel	La table de salon
Het (aard)gas	Le gaz
De elektriciteit	L'électricité
De elektriciteit is uitgevallen	Il y a une panne de courant
Elektrisch	Electrique
De waterleiding	Canalisation
Het fornuis	La plaque de cuisson
Het elektrisch fornuis	La cuisinière électrique
Het gasfornuis	La cuisinière à gaz
De oven	Le four
De magnetron = de microgolfoven	Le micro-ondes
De koelkast	Le frigo
Het vriesvak	Le congélateur
De diepvries = de diepvriezer	Le congélateur
De kast	L'armoire
De keukenkast	L'armoire de cuisine
De wandkast	L'armoire encastrée
De kleerkast	La garde robe
De boekenkast	La bibliothèque
Het boekenrek	L'étagère à livres
De plank	La planche
De boekenplank	La planche avec les livres
De balk	La poutre
De doos	La boite
De lade = De la	Le tiroir
De kist	La caisse
De bak	Le bac
Het krat	Le casier
Het licht	La lumière
Het licht aandoen/uitdoen	Allumer/Eteindre la lumière
Verlichten	Eclairer
De verlichting	L'éclairage
De schakelaar	L'interrupteur
De lamp	La lampe
De kaars	La bougie
De kandelaar	Le chandelier
De klok	L'horloge
De wekker	Le réveil
Aflopen	Sonner
De foto	La photo
Op de foto staan	Etre sur la photo
De plaat = de illustratie = De prent	Le dessin, l'illustration
Het schilderij	La peinture
Gezellig	Agréable
De gezelligheid	L'ambiance agréable
comfortabel	Confortable
Het comfort = het gemak	Le confort
Op je gemak	A ton aise
Op je gemak zijn	Etre à son aise
eenvoudig	Modeste, simple
sober	Sobre
De luxe	Le luxe
huiselijk	Agréable
inrichten	Aménager
De inrichting = het interieur	L'aménagement, l'intérieur
aanpassen	Adapter
De klus	Le boulot
Het huishouden	La tes tâches ménagères
Het huishouden doen	Faire les tâches ménagères
huishoudelijk	Ménager
Huishoudelijk werk	Les travaux ménagers
De huishoudring
De huisvrouw	La femme au foyer
De huisman	L'homme au foyer
schoonmaken	Nettoyer
Gebruiken = hanteren	Utiliser
Het gebruik	L'emploi
In gebruik zijn	Etre utilisé
Gebruikmaken van	Utiliser quelque chose
Praktisch = handig	Pratique
De doek	Le chiffon
afvegen	Essuyer
wassen	Laver
De was	Le linge
De was doen	Faire la lessive
De wasmachine = de wasautomaat	La machine à laver
Het wasmiddel	Le produit de lessive
De/het waspoeder	La poudre à lessiver
drogen	Secher
De droogtrommel = de wasdroger = de droogkast	Le sèche linge
afwassen	Laver
De afwas/vaat doen	Faire la vaisselle
De afwas = de vaat	La vaisselle
De afwasmachine= de vaatwasmachine	Le lave vaisselle
De vaatdoek	Le torchon
afdrogen	Essuyer
De theedoek = de keukenhanddoek	L'essui de vaisselle
De/het schort	Le tablier
afruimen	Débarrasser
De rommel = de rotzooi = de troep	Le bordel
De rommelmarkt	Le bazar
rommelig	Désordonné
opbergen	Ranger
opruimen	Ranger
Het strijkijzer = de strijkbout = de strijkplank	La planche à repasser
strijken	Repasser
aanzetten	Allumer
Uitzetten = afzetten	Eteindre
Vuil = vies	Sale
Het vuil	Les ordures
Het afval = de/het vuilnis	Les déchets
De prullenbak	La poubelle
De vuilnisbak	La poubelle
weggooien	Jeter
Het stof	La poussière
De stofzuiger	L'aspirateur
stofzuigen	Aspirer
De bezem	La brosse
vegen	Balayer
De emmer	Le seau
De dweil	Le torchon
Kapot = stuk	Cassé
Maken = herstellen = repareren	Réparer
vervangen	Remplacer
verslijten	User
versleten	Usé
De naald	L'aiguille
De draad	Le fil
Naaien	Coudre
De speld	L'épingle
De schaar	Les ciseaux
scherp	Coupant
De lucifer	L'allumette
De aansteker	Le briquet
De asbak	Le cendrier

Created by: gfm33

Popular Dutch sets

Dutch #21 Adj 3

bostda_Dutch huge wordlist

perfectum and imperfectum

Dutch vocabulary

Dutch course #10

Dutch course #1

Gezondheid en Geneeskunde Woordenschat

Vocabulaire néerlandais Niv. A2

posterwoorden 1 klas 1 GKH

bostda_Dutch Notes

PA German Ch 1 Pt 2

bostda_Dutch phrases

"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries: