click below
click below
Normal Size Small Size show me how
voortplanting 2vmbo
| Question | Answer |
|---|---|
| Primaire geslachtskenmerken | Geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn, zoals ballen, baarmoeder en penis |
| Secundaire geslachtskenmerken | Geslachtskenmerken die ontstaan vanaf de puberteit, zoals baardhaar, borsten en bredere schouders |
| Geslachtskenmerken | Kenmerken die horen bij het geslacht, zoals borsten bij de vrouw en penis bij de man |
| Lichamelijke verandering in de puberteit | Veranderingen van je lichaam zoals schaamhaar, okselhaar en secundaire geslachtskenmerken |
| Secundaire geslachtskenmerken bij jongens | Borsthaar, baardgroei, zwaardere stem, gespierde lichaamsbouw |
| Secundaire geslachtskenmerken bij meisjes | Borsten, brede heupen, ronde lichaamsvormen |
| Lichamelijke veranderingen in de puberteit | Groeispurt en secundaire geslachtskenmerken ontstaan |
| Geestelijke veranderingen in de puberteit | Meer belangstelling krijgen voor andere mensen, verliefd worden, seksualiteit begint een belangrijke rol te spelen |
| Sociale veranderingen in de puberteit | Zelfstandiger opstellen, graag deel uitmaken van een groepje, soms last hebben van nare gevoelens |
| Balzak | Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen de temperatuur is iets lager dan in de buikholte dat is gunstig voor de ontwikkeling van zaadcellen |
| Teelballen | Vormen zaadcellen en maken hormoon testosteron |
| Bijballen | Tijdelijk opslaan van zaadcellen |
| Zaadleiders | Vervoeren van zaadcellen van de bijbal naar de urinebuis |
| Zaadblaasjes | Voegen vocht toe waardoor de zaadcellen beter gaan bewegen |
| Prostaat | Voegt vocht toe met voedingsstoffen voor de zaadcellen en sluit urinebuis af bij erectie |
| Urinebuis | Vervoeren van urine en sperma |
| Sperma | Bestaat uit zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat |
| Penis | Sperma inbrengen in vagina |
| Zwellichamen | Brengen de penis in erectie |
| Eikel | Vangen de prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme |
| Voorhuid | Huidplooi om de eikel |
| Eierstokken | Hierin vindt de ontwikkeling van de eicellen plaats (1 per 4 weken) |
| Eileiders | Vervoeren eicellen van de eierstok naar de baarmoeder. Hierin vindt de bevruchting tussen eicel en zaadcel plaats |
| Baarmoeder | Dikke laag spieren bekleedt met slijmvlies, waarin bevruchte eicel zich kan nestelen |
| Vagina | Hierin komt sperma bij geslachtsgemeenschap, bij menstruatie worden stukjes baarmoederslijmvlies, slijm en bloed via de vagina verwijderd, bij een geboorte komt een kind via de vagina ter wereld |
| Kleine schaamlippen | Produceren slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt |
| Grote schaamlippen | Liggen om de kleine schaamlippen |
| Clitoris | vangt prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme |
| Maagdenvlies | Slijmvliesplooi die de vagina gedeeltelijk afsluit |
| Kenmerken van zaadcellen | Erg klein, kunnen zelf bewegen, bevatten geen reservevoedsel, vele miljoenen per zaadlozing |
| Kenmerken van eicellen | In verhouding groot, kunnen niet zelf bewegen, bevatten veel reservevoedsel, meestal 1 eicel per 4 weken |
| Hormonen (=regelstoffen) | Regelen dat er geslachtscellen worden gemaakt en dat je in de puberteit komt |
| Masturbatie | Zelfbevrediging |
| Baarmoederslijmvlies | Bevat veel bloedvaten om embryo van voedingsstoffen te voorzien |
| Ovulatie = eisprong | Vrijkomen van een eicel uit de eierstok |
| Bevruchting | Kern van mannelijke geslachtscel smelt samen met kern van vrouwelijke geslachtscel |
| Innesteling | Klompje cellen van bevruchte eicel zet zich vast in het baarmoederslijmvlies |
| Eicel leeft maar... | 12-24 uur |
| Sperma leeft maar... | 3-5 dagen |
| Wat gebeurt er bij geslachtsgemeenschap? | Een man stopt zijn penis in de vagina van een vrouw. |
| Wat is zaadlozing? | Er komt sperma met schokken uit de penis. |
| Een zaadlozing bevat....... miljoen zaadcellen | 100 tot 400 |
| Hoe kunnen de zaadcellen zich bewegen? | Met behulp van de zweepstaart. |
| Menstruatie / ongesteld | Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten door samentrekken spierlaag baarmoederwand |
| Menstruatie stopt in | De overgang |
| Menstruatiecyclus duurt hoeveel dagen | 28 dagen |
| Wanneer is de ovulatie tijdens de menstruatiecyclus? | Op de 14e dag |
| Ander woord voor anticonceptiemiddel | Voorbehoedsmiddel |
| Welke voorbehoedsmiddelen zijn er? | De pil, het condoom, het spiraaltje, geen sex tijdens de vruchtbare periode, het pessarium en sterilisatie |
| Binnen hoeveel uur moet je de Morning-after pil nemen? | Binnen 72 uur |
| Embryo | Kind in baarmoeder |
| Waar is de placenta (= moederkoek) voor? | Zuurstof en voedingsstoffen gaan van moeder naar embryo Koolstofdioxide en andere afvalstoffen gaan van embryo naar moeder |
| Embryo bevindt zich in vruchtwater, beschermt tegen: | Stoten ,uitdroging en temperatuurwisselingen |
| 3 fases bevalling zijn? | Ontsluiting, uitdrijving en nageboorte |
| Ontsluiting | Begint met weeën = samentrekken spieren baarmoederwand Baarmoederhals en mond worden wijder Vruchtvliezen breken |
| Uitdrijving | Vrouw helpt mee met persweeën Hoofdje komt als eerste naar buiten |
| Nageboorte | Is placenta + resten navelstreng + vruchtvliezen |
| SOA | Seksueel overdraagbare aandoening |
| Meest voorkomende SOA | Chlamydia |
| Meest bekende SOA | AIDS |