Orale Geneeskunde 2 Word Scramble
|
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.
Normal Size Small Size show me how
Normal Size Small Size show me how
Term | Definition |
Leukoedeem | Melkachtige, grijswitte wangmucosa(transparant opaque film). Niet afschraapbaar. Kan verdwijnen bij strekken mucosa. Niet premaligne. Histo: Oedeem van epitheelcellen, soms para-/acantose Locatie: Bilateraal, symmetrisch dorsale deel wangmucosa. |
Linea Alba | Witte verkleuring t.h.v. occlusievlak, verhoogde mucosawal. Geeft geen klachten. Oorzaak: mechanische prikkeling wangmucosa. Diagnose: klinisch beeld. |
Morsicatio | Bijten op lip of wang. Vaak bij jongeren en jonge vrouwen. Afschilferende mucosa. Naast witte gebieden vaak ook matrode. Diagnose: klinisch beeld DD: LP, leukoplakie, candidasis |
Overmatig tabaksgebruik | Hyperkeratose van orale mucosa die direct in contact staat met tabaksproducten. Diagnose: bij tandheelkundige controle |
Stomatitis nicotica | Multiple focale keratotische papulae. Begin rood, later wit. Histo: hyperkeratose/acantose. Oorzaak: roken pijp of sigaren. Diagnose: klinisch beeld. |
Lingua Villosa | Beslag op de tong. Focaal diffuus gebied met verlengde filliforme papillen. Kan donker worden door chloorhexedine. Histo: chromatogene micro-organismen die moeilijk te kweken zijn. Locatie: dorsum tong. |
Lingua Geographica | Gladde, erthemateuze gebieden met een de rand witte, afgeschilferde zones. In rode gebieden vaak geen filliformae papillen. Locatie: tong. Oorzaak: onbekend |
Hairy Leukoplakia | Witte, enigszins verheven, ruwe, gerimpelde afwijking aan laterale zijde tongrand. Epitheelhyerplasie door opportunistische EBV infectie. Locatie: Laterale zijde tongrand, uni-/bilateraal. Pt. bijna altijd seropositief HIV(10% zelfs AIDS) DD: LP, LE |
Lichen Planus | Chronische witte bilaterale afwijking, soms ulceratie. 2% prevalentie. Vaak symptoomloos. Reticulair: Striae v. Wickham. Atrofisch: rood met striae. Erosief: erythemateuze slijmvliezen met ulceraties en fibreus beslag. Huid 10 jaar eerder dan oraal. |
Solar Cheilitis | Bleke, atrofische mucosa met korst en schilfering. Histo: dun epitheel, vaak dysplasie. Premaligne. Oudere mensen. Overmatige blootstelling zonlicht. |
Leukoplakie | witte, niet afstrijkbare afwijking, die niet als andere afwijking kan worden gediagnostiseerd. Homogeen: 0-1% dysplasie Verruceus: 5% dysplasie Speckled/Erythroleukoplakie: 40% dysplasie. |
Candidasis | Witte, rode of atrofische infectie orale mucosa. Oppertunistisch pathogeen. Diagnose: klinisch, aanvullend kweken of schraapsel met PAS-kleuring. |
Chemische irritatie | Acuut ontstane, witte, branderige laesie. Kan witte verandering/ulceraties vertonen. Beslag makkelijk te verwijderen, wel pijnlijk. Oorzaak: alcohol, acetylsalicylzuur, chloorheedine, fosforzuur. |
Fordyce's spots | Kleine, wit-gele, verheven plekjes door ectopische talgkliertjes. 20-30 jaar. Veel naast elkaar, dan lijkt het op plaque. Niet afschraapbaar, niet pijnlijk. Locatie: mucosa wangen, lippen, trigonum retromandubilare. Diagnose: klinisch. DD: candidase |
Submuceuze fibrose | PREMALIGNE Chronische afwijking. Firbro-elastische veranderingen, mucosa verliest elasticiteit. Witgele verheven laesie. 20-40 jaar. Irreversibel!! Oorzaak: mogelijk chilipoeder/betelnoten |
Mucositis tijdens chemo | Directe weg: remming celdeling in basaalmembraan. Indirecte weg: beenmergdepressie, hierdoor verstoorde ontstekingsreactie. |
Gonorroe | Geslachtsziekte, zelden in de mond. Locatie: vaker faryngalen mucosa dan orale mucosa. Oorzaak: Neisseria gonorrhoeae. Oro-genitaal. |
Syfilis | Venerische afwijking, zelden in de mond. Primair: eerste laesie op genitaliën. Secundair: maculaire rash op de huid. Orale laesies met fibreus beslag. Tertiair: bij onbehandelde pt. hartafwijking+CZS afwijking+ ontsteking palatum/tong |
Tuberculose | Infectueuze aandoening. Ontwikkeld resistentie tegen AB. Vaak longaandoening Locatie: tong/palatum Oorzaak: Mycobacterium Tuberculosis |
Actinomycose | Bacterie v/d normale mondflora. Infectie na trauma/chirurgische ingreep. Lange incubatietijd. Oorzaak: Actinomyces Israelii |
Aften | Meest voorkomende, niet-traumatische ulceraties. 20/30% heeft het. Minor kleiner dan 0,5cm Major groter dan 1cm(4-6weken). Locatie: niet aangehechte gingiva en palatum durum. DD: HSV1, HIV |
Syndroom van Behcet | Multiple aften in de mond. mannen 20-40jaar. Locatie: mondholte, ogen. eventueel artritis bij enkels knie en pols. |
Erythema multiforme | Etiologie onbekend. Jong volwassenen. Acuut optredende afwijking. Minor: trigger HSV Major: trigger medicijnen Locatie: wangmucosa, lippen en gingiva. DD: LP, pemphigoid, HSV |
Lupus Erythematodes | Systemisch/discoide vorm. Huidlaesies: erythematous/vlindervormig in het gelaat. Orale laesies door centrale atrofie met witte striae. Orale laesies 25-30%. SLE: tast ook andere organen aan. DD: LP, PV, pemphigoid |
Plaveiselcelcarcinoom | 3-4% alle maligniteiten. Metastase via lymfebanen. Tong: achterste 1/3 deel(25-40%) Mondbodem: agressieve doorgroei naar tong mogelijk(15-20%). Lip: voornamelijk onderlip(25-30%). Oorzaak: tabak, alcohol, pruimtabak. |
Epulis | Gingivazwelling uitgaande van 1 fibreus interdentalen papil(epulis fibrosa). Epulis granulomatosa=rode afwijking. Perifeer ossificerend fibroom=epulis met ook botvorming. DD: pyogeen granuloom, perifeer reuscelgranuloom. |
Gegeneraliseerde gingivahyperplasie | Meerder papillen aangedaan of zelfs tand helemaal bedekt. Versterkt door ontoereikende mondhyg. Hormonaal, medicijngebruik of leukemie afhankelijk. |
Fibromatosis gingivae | Bijzondere vorm van gingiva hyperplasje. Vooral op kinderleeftijd. Erft autosomaal dominant over. |
Fibroom | Traumatisch, vnml. bij prothesedragers. Ook wangbijters. Pijnloos/niet geindureerd en brede basis. Verdwijnt niet spontaan. |
Vasculaire afwijking | Zwelling waarbij bovenliggende mucosa normaal aspect vertoont. BV. angio-oedeem. Vooral in gezicht, lippen, tong. Kan levensbedreigende dyspneu ontstaan. |
Solitair neurofibroom | Alle leeftijden. Locatie: tong, omslagplooi, wangen. 1cm grote asymptomatische, submucosale zwelling. |
Neurofibromatosis | Autosomaal dominant erfelijke aandoening. 25% heeft afwijking in de mond. Incidentie 1:3000. Vaak huid, skelet en CZS aangedaan. Solitair of plexiform(samenhangend met grote zenuw). Pigmentaties op de huid(cafe-au-lait). |
Lipoom | Zeldzame afwijking, langzame groei, geen klachten. 40-50jaar. Locatie: tong, wang, mondbodem. Goed begrensde geel doorschemerende weke consistentie. Vaak rond/ovaal. |
Torus | Locatie: linguaal van premolaren, mediaan op palatum durum. Langzame groei, geen klachten. Alle leeftijden. Harde gladde soms gelobuleerde zwelling. Histo: rijp, vnml. cordiaal bot. |
Exostose | Minder vaak als torus. Harde bosknobbel. Locatie: buccaal v/d prof. alveolaris t.h.v. (pre)molaren v/d BK&OK |
Ductectasie | Kleine afwijking(1-2mm) op palatum, waar gl. palatinae liggen. Rood, licht ontstoken gebied. Vaak wisselend in grote. Oorzaak: verstopte ductus. |
Adenitis | Speekselstenen in de gl. salivarae minores leidt tot verharde ontstoken speekselkliertjes. Locatie: wang/buccale omslagplooi premmolaarstreek OK. Oorzaak: obstructie afvoergang door speekselstenen. |
Mucocèle | Kinderen/jong volwassenen. Locatie: onderlip, wang, ventraal mondbodem en tongpunt. Blauw doorschemerende cyste. Extravasatie(ontsnappen speeksel uit buissysteem) of retentie(verstopte afvoergang) |
Ranula | Mucocèle v/d mondbodem. Extravasatie-/retentiecyste. Vaak groter als 2cm. Locatie: gl. slivarae minors of gl. sublingualis. |
Neoplasmata | Tumor v/d gl. salivarae minores. Vaak dorsaal deel palatum durum en op overgang naar molle. Benigne: goed beweegbaar, goed begrensd, met normaal aspect bedekte mucosa. Maligne: korte anamnese, pijnlijk, duidelijk gefixeerde zwelling. Mucosa is rood. |
Bestralingsmucositis | Witte verkleuring(reactieve hyperkeratose), daarna pseudomembraneuze mucositis, waarbij mucosa stuk gaat, ulceraties en fibreus beslag. Kans op recall mucositis. |
Herpes Simplex Virus | Vesiculae huid/slijmvliezen. Besmetting via innig fysiek contact. Primair systemische infectie op kinderleeftijd(vaak subklinisch)(7-10dagen) Secundair lokale infectie(proximale fase enkele uren). Vnl. lippen Trekt zich latent terug in n. trigeminus |
Varicella-Zoster virus | DNA-virus Primair, kinderleeftijd waterpokken. Oraal blaasjes en vlakke ulceraties. Secundair immuungecompromitteerde ouderen, gordelroos. Bijna iedereen boven de 60 seropositief. Besmetting via aerosolen. |
Herpangina | RNA/Coxcackie virus. Kinderen en volwassenen. Fecaal-oraal. Endemisch voorkomen. Erythemateuze faryngitis, vesiculae/ulceraties palatum molle/farynxbogen. |
Pemphigus Vulgaris | Chronische mucocutavne afwijking. Acantylose: vorming intraepitheliale blaren. M/V=1:1 50-60jaar. Eerste manifestatie 60% oraal. Nikolskyfenomeen. Circulerend IgG DD: pemfigoid, LP, HIV |
Pemphigoid | Meer benigne dan PV. boven 50-60 jaar. Subepitheliale blaarvorming, geen acantylose. Geen circulerend IgG(wel in basaalmembraan d.m.v. immuunfluorescentie. |
Ephelis | Vergelijkbaar met sproet op de huid. Vnl. zonlichtblootgestelde lippen. DD: Peutz-Jeghers(multiple pigmentstippen rond de mond en neus) |
Melanotisch macula | Grotere pigmentstip, solitair voorkomen. Niet verheven. Kleur: lichtbruin tot zwart. Locatie: voorkeur lippen maar overal orale mucosa mogelijk. |
Naevus | PREMALIGNE 10-40jaar. 20% niet gepigmenteerd, niet/nauwlijks verheven. Junctional, compound, intramucosal, blue DD: melanotische macula, venous varix, almangaam tattoo, pre-melanoom, melanoom |
Pre-melanoom | PREMALIGNE Kleine pigmentstipjes, die kunnen samenvloeien tot een groot gebied. Na 50e jaar. Locatie: Palatum maar kan overal. |
Melanoom | 50+. Locatie: gingiva/palatum durum. 1% van alle melanomen in de mond. Donker/zeer donker, enigszins verheven, kan pijnlijk zijn, mogelijk bloeden. Kan snel in grootte toenemen. |
Papillaire hyperplasie | Rode ontstoken gebieden van de mucosa. Bereiden zich uit tot diffuus hyperemisch gebied. Histo: oedeem van mucosa. Oorzaak: niet goed passende prothese en chronische candidasis |
Papiloom | Lokale epitheelproliferatie op de orale mucosa. Kleine, gesteelde, grijs/witte afwijking met bloemkooltachtig aspect. Oorzaak: N.B. maar denk HPV |
Condyloma Acuminatum | Primair ano-genitaal, maar kan door oro-genitaal ook in de mond. HPV 6+11(vaak bij HIV pt.) Worstvormige verdikkingen. Incubatie tijd 1-3 maanden. Locatie: mondslijmvlies, binnenzijde wang of overgang wang/lip. |
Focale epiteliale hyperplasie(Z. v. Heck) | Aanvankelijk alleen eskimo's. Multiple kleine verhevenheden, zelfde kleur als omgeven mucosa. HPV13 |
Syndroom v. Cowden | Zeldzame, dominant, overdraagbare aandoening. Multiple hamertomen op de huid. Orale laesies eerste manifestatie. Ziekte slechter door slechte mondhygiëne. Oorzaak: mutatie in PTEN gen. Locatie: gingiva, wangmucosa en huid |
Tuberneuze sclerose van Pringle-Bournaeville | Zeldzame aandoening. Vlindervormige Fangio-fibromen in het gelaat. Ook interdentaal fibromen. At random dentaal pits. |
Verruceus Carcinoom | 50+ vooral buccale mucosa. Overmatig tabaksgebruik en HPV. Histo: infiltreert niet maar verplaatste weke delen, bosresorptie door druk. DD: verruceuze leukoplakie |
Kerato-acanthoom | BENIGNE. 50+ Groeit snel(verdubbeling 4-8 weken). Groeit sneller dan Plaveiselcelcarcinoom. Locatie: zon blootgestelde huid en lippen. |
Venous Varix | Komt frequent voor, ectopisch gebied met verwijding van veneuze vaten. Vaak op oudere leeftijd. Locatie: tond, wangmucosa en lippen. |
Hemangioom & vasculaire anomalie | Verdwijnt na geboorte of gaat in regressie. Vasculaire anomalie verdwijnt niet, maar neemt toe. Vaak lymfogene component aanwezig. |
Syndroom v. Sturge-Weber | Aparte vorm van veneuze malformatie. Kenemerkend is wijnvlek in het gezicht, vaak unilateraal t.h.v. 2e vertakking n. tirgeminus Locatie: aangezicht, zachte hersenvlies, vertebrale cortex |
Lymfeangioom | Soortgelijke afwijking als vasculaire anomalie. Vaak kleiner. Vaak verheven afwijking met korrelig opp. Opp. delen lijken op blaasjes met witgele inhoud. Klein: opp. gelegen afwijking Groot: combi lymfeangioom<->hemangioom /vasculaire anomalie |
Pyogeen granuloom | Alle leeftijden. n.a.v. chronische prikkel(bv tandsteen). Goed doorbloed granulatieweefsel. Locatie: interdentale papil, maar kan overal. DD: epulis fibrosa, perifeer reuscelcarcinoom |
Perifeer reuscelcarcinoom | Zeldzaam, M/V=2:1. Rode zwelling t.h.v. interdentale papil, breed aangehecht aan onderlaag. Locatie: premolaar/molaarstreek. |
Erytroplakie | MALIGNE Zelfde als leukoplakie alleen dan rood. 50+ Minder van dan leukoplakie. Goed omschreven, niet verheven rode afwijking. Subepitheliaal gebied goed doorbloed. Altijd dysplasie. Locatie: wang, mondbodem, retromolaarstreek |
Kaposi sarcoom | Endotheliale afwijking. Vrijwel altijd AIDS gerelateerd. Rood/blauw Locatie: palatum, gingiva, tong, huid |
Vitaminedeficiëntie en anemie | Rode tot bleke atrofisch branderige mucosa. Tong vaak glad en papilleus en rood. Locatie: tong, wangen, lippen Oorzaak: te kort VitB12/ijzergebreksanemie of foliumzuurdeficientie. VitC gebrek zorgt voor scheurbuik. |
Glossitis rhomboidea mediana | Vaak bij langdurig gebruik inhalatiecorticosteroiden. Niet premaligne. Enigszins verheven, rhomboidvormige afwijking in mediaanlijn tong, anterior van de pappilae circumvallatae. |
Burning mouth syndroom | Pijnlijk branderig gevoel orale mucosa. Klinisch voorkomende klacht, waarbij geen afwijking in de mucosa wordt waargenomen. 40+ Locatie: gehele mond, punt tong het heftigst. DD: anemie, voedingsdeficienties, diabetes, candidasis, herpes zoster. |
Extra-vasculaire mucosa afwijkingen | Grotere-(ecchymose) of kleinere-(petechiën) extravasculaire mucosa afwijkingen zijn afwijkingen n.a.v. bloedingen in de orale mucosa. Oorzaak: bloedingen, kan door trauma maar ook bloedziekten, antistolling en gestoorde trombocytfunctie. |
Created by:
axieflex
Popular Dentistry sets