Save
Busy. Please wait.
Log in with Clever
or

show password
Forgot Password?

Don't have an account?  Sign up 
Sign up using Clever
or

Username is available taken
show password


Make sure to remember your password. If you forget it there is no way for StudyStack to send you a reset link. You would need to create a new account.
Your email address is only used to allow you to reset your password. See our Privacy Policy and Terms of Service.


Already a StudyStack user? Log In

Reset Password
Enter the associated with your account, and we'll email you a link to reset your password.
focusNode
Didn't know it?
click below
 
Knew it?
click below
Don't Know
Remaining cards (0)
Know
0:00
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.

  Normal Size     Small Size show me how

BSG

Bevolking en stadsgeografie

QuestionAnswer
De drie stedelijke groeispurten 1) Het onstaan van steden (+/-10.000jaar BP) 2) Industriële verstedelijking (+/-19e eeuw) 3) Post-Industriële verstedelijking (+/-1960)
Bairoch Steden zijn ontstaan door de organisatie van grootschalige landbouw
jacobs steden zijn het gevolg van de opkomst van handelsnetwerken, en hebben soms landbouw gefaciliteerd ipv omgekeerd
Mumford steden zijn het gevolg van een complexer wordende sociale structuur (bvb. de ‘religieuze theorie’ en de ‘militaire theorie’)
Hanzesteden Gecentraliseerd gezag over handelswetten/verdragen in steden van Noord-Europa. Grotere steden vertegenwoordigden vaak kleine steden. => Expansie van steden. Vaak gespecialiseerde en kleine steden
Wat gebeurde er in de industriële revolutie, met betrekking tot de evolutie van steden? Ontstaan van een stedenexplosie en grote sociale stratificatie.
beluiken kleine arbeiderswoningen die een binnenplaats omsluiten, (industriële revolutie)
Haussmannisme Het 'verluchten' van de stad door het aanleggen van grote invalswegen
Welke fenomenen gaan gepaard met de overgang van blue collar naar white collar arbeid, en situeer in de tijd? 1950, evolutie industrie naar diensteneconomie, nieuwe vormen van ongelijkheid, meer mobiliteit, meer koopkracht (Post-industrieel)
Suburbanisatie Suburbanisatie is de migratie van mensen vanuit de stad naar het omringende platteland, waardoor dit gebied geconfronteerd wordt met een verhoogde urbanisatie.
Kenmerken post-industriele stad Herstructurering economische basis (technopoles, sweatshops, CBD), mondialisering, metropoolvorming, toenemende ongelijkeid(/etnische segregatie), imageneering
imageneering Leuke definitie van disney: 'Het creëren van blijdschap door een mix van fantasie en bouwkunde – beter bekend als Imagineering.' Highland-shoppingcenter
urban sprawl Stedelijke ontwikkeling rondom een stad.
Wat zijn gebruikte factoren voor het bepalen of iets een stad is of een dorp? bevolkingsomvang, economische basis, Administratieve criteria (BV. België waar de koning min of meer kiest obv. vage criteria) Functionele benadering (%pendelaars), sociologische criteria (bv. segregatie)
megalopool Een megalopool of megalopolis is een uitgebreid stedelijk gebied of een reeks van vrijwel aaneengesloten stedelijke gebieden
Karl Polanyi 'An economy was based on reciprocity and redistribution across personal and communal relationships' Nu niet meer zo, meer een geldwaarde toegekend aan alles nu.
Urbanism as a way of life: Louis Wirth individueel gedrag en sociale structuren komen tot stand door de specifiek stedelijke ruimtelijke omgeving attitudes van onpersoonlijkheid, immoraliteit en anomie
‘Menselijke ecologie’: competitie voor ruimte in de stad < snelle groei leidt tot ‘invasie’ van delen door ‘dominante’ activiteiten die ‘nut’/’opbrengst’ van de site ‘maximaliseert’ (‘filtering’)
Ernest Burgess CBD => transitiezone => zone of independent working men’s homes => area of better residences => commuter belt
Transition zones arrival infrastructures, resourcefull neigbourhouds Sociaal-economische integratie o.b.v. markt, redistributie en reciprociteit
Alonso en Muth: opstellen mathematische functies voor resp. ‘winstmaximalisatie’ (bedrijven) en ‘nutsmaximalisatie’ (gezinnen), en op basis daarvan nagaan wat waar gelokaliseerd kan/zal zijn in de stad
biedrentefuncties in de stad y= ability to pay rent x = distance from city centre
Hoyt ‘taartvormige’ sectoren ipv concentrische zones < mix van landgebruiken (CBD middencirkel) rond stadscentrum die naar ‘buiten’ toe ontwikkelen naarmate de stad groeit. Arme = naast invalswegen, rijke = relatief dicht bij invalswegen
Harris & Ullman stadsgewesten en andere polynucleaire structuren zijn de norm, niet de uitzondering, ‘multiple-nuclei model’
Verklaringen voor clustering (H&M), externaliteiten externaliteiten: sommige activiteiten clusteren omdat ze elkaar nodig hebben (postieve externaliteiten) of omgekeerd negatieve externaliteiten
Verklaringen voor clustering (H&M), Functionele specialisatie: sommige activiteiten clusteren omwille van verkeerskundige of andere gelijkaardige redenen (bvb. industrie aan kanalen,...)
Verklaringen voor clustering (H&M), Andere groeikernen: sommige activiteiten moeten goed bereikbaar zijn maar kunnen CBD- locatie niet betalen
Humanistische/post-moderne geografie (segregatie): Mensen zijn geen rationele economische wezens in een abstracte omgeving => 1) benaderingen waarin onderzocht wordt waarom bevolkingsgroepen gesegregeerd voorkomen ondanks minimale verschillen in SES-status + 2) culturele dimensie van gentrificatie
Radicale geografie vermeende waardevrijheid van dergelijk onderzoek (H&M, H&U, H, A&M) legitimeert het bestaande socio-economische systeem, m.n. het kapitalisme
Harvey en de ‘drie circuits van kapitaal’, Wat is de relevantie voor BSG? 'De geografische configuratie van steden is te danken aan de wetten van de kapitaalsacccumulatie'
Harvey, Primair circuit = kapitalisme in zijn naakte vorm, productie door werknemers die hun arbeidskracht ‘verhuren’ (‘proletariaat’) en zo waarde creëren voor de bezitters van de productiemiddelen (‘kapitalisten’)
Harvey, secundair circuit = investeringen in ‘fixed capital’ zoals de bebouwde omgeving in de hoop winst te maken via (a) huurinkomsten van de gebouwen (b) de toegenomen waarde van de gebouwen in de toekomst
Harvey, tertair circuit = activiteiten die strikt genomen niet onder het kapitalisme en zijn primair circuit vallen, maar breed ondersteunend zijn om accumulatie mogelijk te maken via productiviteitsverhoging, vaak gefaciliteerd door de staat
Integratie volgens Pacione 2009 Opdeling tussen gedragsmatige en structurele integregatie.
ruimtelijk schaalniveau bij segregatie-indicatoren Rastercellen, straten, buurten, wijken, ... → Algemeen: hoe kleiner het schaalniveau, hoe groter de gemeten segregatie → MAUP (Openshaw 1984)
‘In-situ’ veranderingen Bevolking in bepaalde buurten verandert relatief sterk op een bepaalde dimensie terwijl dat in de rest van de regio in mindere mate gebeurt. (GEEN GEVOLG VAN MIGRATIE)
Selectieve migratie Wanneer immigranten andere kenmerken hebben dan emigranten. oorzaken:(1) Individuele voorkeuren van huishoudens, soort zoekt soort (2) (het gebrek aan) keuzemogelijkheden
Voordelen segregatie - grotere vraag voor en daarmee draagvlak voor specifieke voorzieningen - minder overlast en irritatie en zelfs een lagere mate van ervaren discriminatie en een hoger veiligheidsgevoel - grotere sociale cohesie en persoonlijke contacten
Nadelen segregatie - economische nadelen op stadsniveau - nadelen op wijk- en buurtniveau: ontstaan van achterstandswijken en imago- effecten - negatieve imago-effecten waardoor investeringen uitblijven - negatieve ‘buurteffecten’ (kansarmoed)
Scattered-site-programma’s sociale huurwoningen spreiden om segregatie tegen te gaan
Mobiliteitsprogramma’s huursubsidie combineren met hulp bij het vinden van huisvesting in een buurt met een meer gebalanceerde samenstelling naar inkomen en/of etniciteit
woningverdelingssysteem Diversifiëren van de woningvoorraad, woningverdelingssytemen, huursubsidies, mobiliteitsprogramma's, scattered-site-programma's
gentrificatie the social and spatial manifestation of the transition from an industrial to a post-industrial urban economy with associated changes in the nature and location of work, in occupational class structure, earnings and incomes, lifestyles and housing market
sociale index bv. Veranderingen mediaan belastbaar inkomen
onroerend goed index bv. veranderingen kadastraal inkomen
Stedensysteem idee dat steden niet op zichzelf bestaan, maar deel uitmaken van een overkoepelende structuur die de evolutie/functie/omvang van individuele steden vormgeeft
Rank-size rule (rsr) Px ≈ P1/xa Px = bevolkingsomvang van de stad op rang x x = rangorde van de stad (bvb. x = 3 = 3de grootste stad in het NS) a = coëfficiënt die bepaalt hoe de bevolkingsomvang van de verschillende steden zich onderling verhoudt
De ‘law of the primate city’ De grootste stad van een land volgt de rsr niet. Deze is superieur in invloed en omvang aan andere steden in het land.
Functionele specialisatie adhv bijvoorbeeld locatiequotiënten = welke/hoeveel functies worden verwacht op basis van bevolkingsomvang
Allan Pred en stedensystemen Classificatie van steden obv. 'nationaal stedensysteemtheorie en aangevuld met 1) ‘openheid’ van de economie (en dus het stedensysteem) en (2) ‘interne interactie’ van de economie (en dus het stedensysteem)
Soorten Allen Pred stedensystemen 1)Gesloten en weinig interactie, bvb. Middeleeuwse steden 2. Open en weinig interactie, bvb. havensteden in koloniale gebieden 3. Open en veel interactie, bvb. België 4. Gesloten en veel interactie, bvb. de VS
Central-place theory, Walter Christaller aantal, grootte en locatie van nederzettingen binnen een systeem verklaren. Te complex om hier als begrip te noteren.
centrale plaatsen Steden zijn in essentie slechts centrale plaatsen van waaruit diensten en goederen worden geleverd aan hun omgeving.
Het ommeland ‘verzorgingsgebied’ waarin ‘centrale functies’ (CF) worden aangeboden, en dus geen aandacht voor industrie of bevolkingsomvang of woonmarkten
Het aanbod van een CF bepaald aan de hand van twee cruciale factoren: o Ondergrens = drempelwaarde = minimale vraag om aanbod leefbaar te maken o Bovengrens = reikwijdte = maximale afstand die een consument wil afleggen
Voornaamste assumpties in CPT (eerste drie) 1. Ruimte is onbegrensd en isotroop 2. Inkomens en preferenties zijn gelijk verdeeld over de ruimte 3. Economische rationaliteit I: consumenten gaan naar de dichtstbijzijnde CP
Voornaamste assumpties in CPT (laatste twee) 4. Economische rationaliteit II: met een minimum aantal CP een maximaal aantal consumenten bereiken 5. Verschillen in drempelwaarde en reikwijdte zorgen ervoor dat er hiërarchie optreedt in CP: niet alle CP hoeven alles aan te bieden, wel integendeel
Het marktprincipe met zo weinig mogelijk CP zoveel mogelijk consumenten bedienen + hiërarchisering
Het verkeersprincipe CP van lager niveau op rechtstreekse verbinding tussen twee CP van hoger niveau
Het bureaucratisch principe niet- overlappende marktgebieden < geneste administratie
Kritieken CP-theory - Economisch determinisme dat geen rekening houdt met historische factoren - Onrealistische assumpties m.b.t. rationaliteit besluitvormingsproces, homogeniteit populatie, overheidsinterventies - Statisch karakter v/d theorie: momentopname in de tijd
Perroux’ groeipoolmodel 'Growth does not appear everywhere at the same time' groeipool wordt gezien als een dominant centrum binnen een regio waar productieve investeringen zijn gecentraliseerd om een maximaal effect van agglomeratievoordelen te verkrijgen
Hoe een groeipool te herkennen? 1) Een belangrijk economisch potentieel in een min of meer beperkt gebied 2)Een zekere graad van economische diversificatie 3)Een intensief en goed ontwikkeld transportnetwerk
Soorten agglomeratievoordelen - Urbanisatie-externaliteiten - Lokalisatie-externaliteiten - Complexiteits-externaliteiten
coupling constraint Een bepaalde locatie en beperkt tijdsinterval constrainen de 'opties' voor een activiteit. (tijd-ruimte prisma etc.)
Urbanisatie-externaliteiten Urbanisatie-externaliteiten komen voort uit de totale massa van een agglomeratie.
lokalisatie-externaliteiten De aanwezigheid van meerdere bedrijven uit één sector
Complexiteits-externaliteiten De aanwezigheid van meerdere bedrijven uit meerdere sectoren
Daily urban system ruimtelijk patroon dat ontstaat door het functionele samenspel van tijd-ruimte-prisma’s tussen en over nederzettingen heen
Fordisme een systeem van specialisatie, afstemming en standaardisering (aka. bandwerk) ten behoeve van de massaproductie
Ruimtelijk plan Vlaanderen: Waar verdichten? Op plaatsen met voldoende knooppuntwaarde en faciliteiten (plaatswaarde)
balancing equation geboortes, t0 sterftes, immigratie en emigratie
crude birth rate geboortes t/ ((bevolking t-1 + bevolking t)/2)
fertiliteit som van leeftijdspecifieke fertiliteiten: aantal geboortes per vrouw van leeftijd x en in jaar t
BRC aantal vrouwen geboren per vrouw in de vruchtbare leeftijd
crude death rate doden per 1000 inwoners
ASCDR age-standardized crude death rate, sterfte kan hoger liggen in bepaalde landen puur vanwege grote populatie in leeftijdscategorieën met grote mortaliteit. Twee landen vergelijken obv. gestandardiseerde bevolkingssamenstelling.
The age of migration en situeer in de tijd 1) toename omvang 2) mondialisering 3)diversificatie 4)feminisering 5) politisering 6) migratietransitie 2014
remmitance economy Een economie die gebaseerd is op het uitzenden van burgers als gastarbeiders.
Neo-klassieke theorie Equilibrium dat verstoort geraakt => migratie
new economics Delen van huishouden gaan immigreren, risicospreiding
structuralistische benadering ongelijkheid neemt vaak toe bij migratie, niet af. Ongelijke mchtsverhoudingen, Marxistisch
Created by: 5509772909090198
Popular Earth Science sets

 

 



Voices

Use these flashcards to help memorize information. Look at the large card and try to recall what is on the other side. Then click the card to flip it. If you knew the answer, click the green Know box. Otherwise, click the red Don't know box.

When you've placed seven or more cards in the Don't know box, click "retry" to try those cards again.

If you've accidentally put the card in the wrong box, just click on the card to take it out of the box.

You can also use your keyboard to move the cards as follows:

If you are logged in to your account, this website will remember which cards you know and don't know so that they are in the same box the next time you log in.

When you need a break, try one of the other activities listed below the flashcards like Matching, Snowman, or Hungry Bug. Although it may feel like you're playing a game, your brain is still making more connections with the information to help you out.

To see how well you know the information, try the Quiz or Test activity.

Pass complete!
"Know" box contains:
Time elapsed:
Retries:
restart all cards