infecties en tumoren
Quiz yourself by thinking what should be in
each of the black spaces below before clicking
on it to display the answer.
Help!
|
|
||||
---|---|---|---|---|---|
Cyclophosphamide | Akylerende cytostatica, crosslinking baseparen verstoord replicatie DNA (S-fase). Cl als reactieve groep. Prodrug, fosforylatie nodig. Meest effectieve immunosuppressive drug.
🗑
|
||||
Cisplatin | Alkylerende cytostatica, crosslinking baseparen verstoord replicatie DNA (S-fase). Platina analoog. Wisselt twee amine lianden uit om actief te worden.
🗑
|
||||
Carboplatin | Alkylerende cytostatica, crosslinking baseparen verstoord replicatie DNA (S-fase). Platina analoog.
🗑
|
||||
Methotrexaat | Cytostatica, Antimetaboliet. Precursor van nucleotide. Prodrug, door enzymen omgezet in tri-fosfaat(actief). Remt dihydrofolaat reductase enzym (DHFR). Het lijkt op folinezuur en gaat via receptor de cel in. Het voorkomt purine synthese. Cel trap.
🗑
|
||||
5-fluorouracil | Cytostatica, Antimetaboliet. Precursor van nucleotide. Remt aanmaak van thymidine.
🗑
|
||||
Vincristine | Cytostatica, Plant alkaloide. Invloed op microtubuli in M-fase. Het blokkeert polymerisatie tubuline complex.
🗑
|
||||
Vinblastine | Cytostatica, Plant alkaloide. Invloed op microtubuli in M-fase. Het blokkeert polymerisatie tubuline complex.
🗑
|
||||
Vinorelbine | Cytostatica, Plant alkaloide. Invloed op microtubuli in M-fase. Het blokkeert polymerisatie tubuline complex. Semisynthetisch analoog van Vinblastine.
🗑
|
||||
Palitaxel | Cytostatica, Plant alkaloide. Stabiliseert de polymerisatie van microtubuli. Deze stabiliteit resulteert in remming van de reorganisatie van het microtubuli-netwerk, dat essentieel is voor de celdeling.Taxol. P450 metabolisme, tox: Neuropathie.
🗑
|
||||
Docetaxel | Cytostatica, Plant alkaloide. Stabiliseert microtubuli door depolymerisatie te verhinderen. Deze stabiliteit resulteert in remming van de reorganisatie van het microtubuli-netwerk, dat essentieel is voor de celdeling. Bij borstkanker:
🗑
|
||||
Ixabepilone | Cytostatica, Plant alkaloide. Vergelijkbar werking Taxol. Bindt aan tubuli subunits waardoor tubuline formatie geremd wordt. Acief bij tumor resistentie.
🗑
|
||||
Etoposide | Cytostatica- Topoisomerase II remmer. Topoisomerase haalt knoop uit DNA bij translatie --> breuken bij remming. Zuurstof radicaal vorming. Geen CZS penetratie.
🗑
|
||||
Topotecan | Cytostatica -Topoisomerase I remmer. Topoisomerase haalt knoop uit DNA bij translatie --> breuken bij remming. Zuurstof radicaal vorming.
🗑
|
||||
Irinotecan | Cytostatica - Topoisomerase I remmer. Topoisomerase haalt knoop uit DNA bij translatie --> breuken bij remming. Zuurstof radicaal vorming.
🗑
|
||||
Doxorubicine & Daunorubicine | Cytostatica - Antibiotica. Topoisomerase II remmer. DNA intercalatie, Zuurstof radicaal vorming waardoor er disruptie van celmembraan optreedt.
🗑
|
||||
Mitomycine | Cytostatica - Antibiotica. Vormt DNA corsslinks door alkylatie.
🗑
|
||||
Bleomycine | Cytostatica - Antibiotica. Zuurstof radicaal vorming waardoor er breuken in DNA optreden. Klein peptide.
🗑
|
||||
Tamoxifen | Cytostatica - Hormonele geensmiddelen Als tumor steroid gevoelig is. SERM, Directe binding met oestrogeenreceptor. Mammacarcinoom
🗑
|
||||
Fulvestrant | Cytostatica - Hormonele geensmiddelen. Vernietigt oestrogeenreceptor.
🗑
|
||||
Estrogeen dietylstilbestrol | Cytostatica - Hormonele geensmiddelen. Analoog estrogeen (DES)
🗑
|
||||
Leuprolide | Cytostatica - Hormonele geensmiddelen. Remmen manlijke geslachtshormonen in hypofyse. Prostaatkanker.
🗑
|
||||
Goserelin | Cytostatica - Hormonele geensmiddelen. Remmen manlijke geslachtshormonen in hypofyse. Prostaatkanker.
🗑
|
||||
Flutamide | Cytostatica - Hormonele geensmiddelen.Testosteron receptor blokkade bij prostaatkanker. ToX: minder mannelijk.
🗑
|
||||
Cyclosporine | Immunofaracologie - Calcineurine remmer. Remt immuuunsysteem door complexvorming van calcineurine --> blokkade NF-AT. Dit is nodig voor vorming van cytokines.
🗑
|
||||
Tacrolimus | Immunofaracologie - Calcineurine remmer. Remt immuuunsysteem door complexvorming van calcineurine --> blokkade NF-AT. Dit is nodig voor vorming van cytokines. Het is potenter als cyclosporine. FK506.
🗑
|
||||
Sirolimus (rapamycin) | Immunofaracologie - Proliferatieremmer. Bindt FK-binding eiwit --> complex bindt aan m-TOR. Remming van B en Tcel proliferatie door inhibitie van IL-2. Geeft geen nefrotoxiciteit iit de calcineurineremmers.
🗑
|
||||
Mycophenolaat | Immunofaracologie - Proliferatie signaalremmer. Remt DNA synthese door remmen van synthese van purines. Geen CYP metabolisme en kan dus gegeven worden bij leverproblemen.
🗑
|
||||
Thalidomide | Immunofaracologie - Proliferatiesignaal remmer. Softenon. Remt angiogenese, proliferatie en ontsteking. Remt T-cel immuunresonsen door remming TNF a. Erg toxisch en teratogeen.
🗑
|
||||
Hydroxychloroquine | Immunofaracologie - Cytotoxische stoffen. Zorgt voor minder presentatie in MHC II door pH verandering in lysozomen. Antimalaria.
🗑
|
||||
Leflunomide | Immunofaracologie - Cytotoxische stoffen. Remmer van pyrimidine synthese.
🗑
|
||||
Antilymphocyte en anti-thymocyte antistoffen | Immunosupressieve antistoffen. Heterologe antistoffen tegen lymfocyten en T-cellen. opgewekt in paard of schaap geimmuniseerd met menselijke cellen. Dit kun je maar een keer doen vanwege immuunrespons. Tox: Serum sickness, anafylactische shock.
🗑
|
||||
Muromonab-CD3 | Immunosupressieve antistof. Monoklonaal antilichaam. Anti CD3 waardoor T-cellen hun werk niet meer doen. Wordt gegeven om acute afstoting van donor orgaan te verminderen. Is handig vóór transplantatie.
🗑
|
||||
Polyclonaal IgG | Immunosupressieve antistoffen. Humane pool IgG, is niet specfiek maar heeft bij overload een 'neutraliserend' effect.
🗑
|
||||
Anti-Rhesus factor antistoffen (bij pasgeborene) | Immunosupressieve antistof IgG. Bijzonder. Wordt gegeven 72 uur na bevalling om immuunrespons van negatieve moeder op bloed van positief kind te voorkomen.
🗑
|
||||
Avastin=bevacizumab | Immunofamacologie - monoklonale antilichamen. Gehumaniseerd ab tegen VEGF --> bloedvatgroei. Antitumor.
🗑
|
||||
Infliximab | Immunofamacologie - monoklonale antilichamen. Anti TNFa. Werkt tegen ontsteking --> reuma en Crohn. Adalumimab is het humane analoog.
🗑
|
||||
Etanercept | Immunofamacologie - Humaan dimerisch recombinnt fusie-eiwit. Bij reumatoïde artritis. Bindt specifiek en met grote affiniteit aan TNF-α en lymfotoxine, waardoor de biologische activiteit van TNF wordt geremd en respons wordt voorkomen.
🗑
|
||||
Cetuximab | Immunofamacologie - monoklonale antilichamen. Anti EGFR. Chimeer muis-mens. Antitumor. Bindt aan receptor waardoor groeifactor niet kan binden.
🗑
|
||||
Panitumumab | Immunofamacologie - monoklonale antilichamen. Anti EGFR. Humaan. Antitumor. Bindt aan receptor waardoor groeifactor niet kan binden.
🗑
|
||||
Interferon Gamma | Immunofamacologie - Cytokines. NK-cel activatie. Antigen en lysosoom actviteit van macrofagen. Th1 differentiatie. Tox: disbalans immuunsystem en dus koorts/groep/depressie.
🗑
|
||||
Fuzeon | Antivirale middelen - Blokkade van attachment aan gastheercel. Nieuw gnm. Bindt aan gp41 op HIV virus waardoor het niet de CD4cel kan binnendringen. HIV fusion inhibitor.
🗑
|
||||
Amantadine | Antivirale middelen - Blokkade van virus uncoating. Binding aan M2 eiwit, is een ionkanaal eiwit dat zorgt voor uncaoting van virus via pH verlaging. Teratogeen.
🗑
|
||||
Rimantidine | Antivirale middelen - Blokkade van virus uncoating. Binding aan M2 eiwit, is een ionkanaal eiwit dat zorgt voor uncaoting van virus via pH verlaging. Teratogeen.
🗑
|
||||
Acyclovir | Antivirale middelen - remming DNA/RNA synthese. Guanosine analoog. Inhibitor van DNA poymerase. Wordt specifiek door Thymidine Kinase in virus --> monofosfaat. Door anzymen van gastheercel --> werkzame tri-fosfaat vorm. Herpes en mazelen
🗑
|
||||
Ganciclovir | Antivirale middelen - remming DNA/RNA synthese. Guanosine analoog. Wordt actief gemaakr door enzym dat specifiek is voor virusgeinfecteerde cellen, remt DNA poymerase -> inbouw. Cyclomegalovirus, herpes. heeft age bio-beshikbaarheid Tox: beenmergsupressie
🗑
|
||||
Foscarnet | Antivirale middelen Toxisch, wordt alleen gebruikt bij enrstige CMV infecties (resistentie cycl. en gancycl.) Reverse transcriptase remmer. bindt pyrofosfaatzijde van enzym. Anionisch-> bindt kationen -->hartritme/epileptie/hypocalcemie.
🗑
|
||||
Ribavirine | Antivirale middelen - remming DNA/RNA synthese. Purine nucleoside analoog. Remmend effect op polymerase analoog. Teratogeen.
🗑
|
||||
Zidovudine (AZT) | Antivirale middelen - remming DNA/RNA synthese. Nucleoside-analogon van thymidine (azidothymidine, AZT). Remt het HIV-reverse-transcriptase enzym en blokkeert daardoor voortijdig de virale DNA-ketenverlenging. Combitherapie AIDS.
🗑
|
||||
Didanosine | Antivirale middelen - remming DNA/RNA synthese. Nucleoside-analogon van Adenosine. Remt het HIV-reverse-transcriptase enzym en blokkeert daardoor voortijdig de virale DNA-ketenverlenging. Combitherapie AIDS.
🗑
|
||||
Zalcitabine | Antivirale middelen - remming DNA/RNA synthese. Nucleoside-analogon. Remt het HIV-reverse-transcriptase enzym en blokkeert daardoor voortijdig de virale DNA-ketenverlenging. Combitherapie AIDS.
🗑
|
||||
Fluorouracil | Antivirale middelen - remming DNA/RNA synthese. Nucleoside-analogon van Uracil. Remt het HIV-reverse-transcriptase enzym en blokkeert daardoor voortijdig de virale DNA-ketenverlenging. Combitherapie AIDS.
🗑
|
||||
Raltegravir | Antivirale middelen - Remming virale enzymen, integrase remmer. Intergrase zorgt voor integratie van viraal dna in genoom gastheercel. Snelle resistentie.
🗑
|
||||
Oseltamivir (Tamiflu) | Antivirale middelen - Remming virus release. Neuraminidase remmer, knipt normaal virusdeeltjes los. Wordt vroegtijdig toegediend bij influenza A --> reductie van 1-2 dagen ziek.
🗑
|
||||
Interferon alpha | Antivirale middelen - Stimulatie van afweer gastheercel. Versterkt immunologische respons tegen virussen, MHC II, fagocytose en groei CD8 omhoog. PEGylatie zorgt voor snelle klaring nier. Tox: malaise, leukopenie, koorts.
🗑
|
||||
Interferon gamma | Antivirale middelen -Stimulatie van afweer gastheercel. NK-cel activatie, fagocytose en macrofaag activatie. PEGylatie zorgt voor snelle klaring nier. Tox: malaise, leukopenie, koorts.
🗑
|
||||
Penicilline | Antibiotica - B-lactamasen, Remmen synthese van celwand synthese door blokkade DD-peptidase. Zuur en lactamae gevoelig.verschillende generaties.
🗑
|
||||
Amoxicilline | Antibiotica - B-lactamasen. Breedspectrum penicilline, tweede generatie (hydrofieler). Semisynthetisch uit 6APA. heeft door R een betere biolosiche beschikbaarheid (OH). Is lastamase gevoelig. Bij luchtweg, urineweg en huid infecties.
🗑
|
||||
Ampicilline | Antibiotica - B-lactamasen. Breedspectrum derivaat van penicilline. Tweede generatie(hydrofieler), heeft een aminogroep waardoor het beter G nagatieve bacterien kan doden. Het werkt ook tegen G+ bacterien. Werking is vergelijkbaar met amoxicilline
🗑
|
||||
Penicilline G | Antibiotica - B-lactamasen. Smal spectrum. Zuurgevoelig, IV toediening. Vooral werkzaam tegen G+ bacterien en enkele G- bacterien.
🗑
|
||||
Penicilline V | Antibiotica - B-lactamasen. Smal spectrum. Niet zuurgevoelig door introductie van -O, kan oraal worden ingenomen. Minder actef tegen G- bacterien dan pen.G. Vooral werkzaam tegen G+
🗑
|
||||
Carbenicilline | Antibiotica - B-lactamasen, 3e generatie. beter resistent tegen lactamasen, zuur ongevoelig en beter werkzaam tegen G- Bacterien.
🗑
|
||||
Carfercilline | Antibiotica - B-lactamasen, 3e generatie. beter resistent tegen lactamasen, zuur ongevoelig en beter werkzaam tegen G- Bacterien..
🗑
|
||||
Aztreonam | Antibiotica - B-lactamasen. Monobactam. Is stabiel tegen B-lactamasen. werkt tegen G- en aerobe bacterien. Is de enige monobactam in NL. Bij CF (ps. Aeringuosa)
🗑
|
||||
Clavulaanzuur | Antibiotica - Lactamaseremmers. Hebben geen antibacteriele werking. Wordt samen met amoxycilline toegediend.
🗑
|
||||
Tazobactam | Antibiotica - Lactamaseremmers. Hebben geen antibacteriele werking.
🗑
|
||||
Sulbactam | Antibiotica - Lactamaseremmers. Hebben geen antibacteriele werking.Wordt vaak toegediend met ampicilline. Kan niet werkingen in combinatie met Cefalosporinen.
🗑
|
||||
Vancomycine | Antibiotica - Glycopeptide. Reserve bactericide. Werkt tegen G+ bacterien. Binding aan eindstandg D-ala-D-ala. Resistentie ontstaat door verdringing van Vanc door tripeptidase.
🗑
|
||||
Bacitracine | Antibiotica - Bindt aan carrier die peptidoglycan onderdelen buiten de cel brengt. Werkt teen G+ bacterien. Slechte bio-beschikbaarheid. Nefrotoxisch. Zalf voor huid en ogen.
🗑
|
||||
Fosfomycine | Antibiotica - PEP mimick (PhosphoEnolPyruvate). Werkt tegen G+ en G- bcterien. Gebruikt bij acute ongecompliceerde urineweginfecties bij vrouwen. Duur.
🗑
|
||||
Cycloserine | Antibiotica - D-alanine mimick. Voorkomt additie van twee alanine aminozuren. Is een 2e keus TB medicijn (combinatie therapie)
🗑
|
||||
Polymixinen | Antibiotica - Natuurproduct. Binden aan LPS en werken dus tegen G- bacterien (niet op peptidoglycaansynthese). Neurotoxisch en nefrotoxisch
🗑
|
||||
Daptomycine | Antibiotica - Natuurproduct. Werkt tegen G+ bacterien (S.Aureus) Nog niet beoordeeld door CBG.
🗑
|
||||
Chloroquinine | Anti Malaria - Aminoquinolines. Bloed schizontocide (niet tegen slapende P.Vivax en Ovale). P.Falciparum is resistent. Het voorkomt kristallisatie van heem waadoor vrij heem de parasiet kapot maakt. Werkt snel/goedkoop/vaak. Tox bij langdurig gebruik.
🗑
|
||||
Primaquine | Anti Malaria - Aminoquinolines. Bloed/weefsel schizonticide en gametocide. Als chemoprophylaxi en malaria. Enige gnm tegen slapende Ovale en Vivax. MOA onbekend.
🗑
|
||||
Quinine en Quinidine | Anti Malaria - Quinoline methanol. Toxisch dus niet als prophylaxe. MOA onbekend. Bloed schizontocide en gametocide. Gebruikt bij chloroquine resistentie
🗑
|
||||
Mefloquine | Anti Malaria - Quinoline methanol. Bloed schizonticide van falciparum en Vivax. Chemoprophylaxe en malaria (bij resistentie falciparum). Werkt langzamer als quinine. Tox: misselijk, duizelig, gedragsprob/huiduitslag.
🗑
|
||||
Sulfadoxine en Pyrimethamine (Fansidar) | Anti Malaria - Combinatie van antibiotica (sulf) en antiprotozoal (pyrim). Bloed schizonticide. Vaak bij resistentie van Flaciparum
🗑
|
||||
Atovaquone | Anti Malaria - Quinonen. Component van Malarone. Bloed en weefse schizonticide. MOA: onderbreken van mitochondrieel electronentransport in plasmodium. Tegen Falciparum.
🗑
|
||||
Artemisine | Anti Malaria - Endoperoxides. Bloed schizonticide (niet in lever). Slecht wateroplosbaar, veel derivaten (arthemeter, dihydro-). ROS zorgt voor blokkade van heem --> hemozoine. Niet erg toxisch.
🗑
|
||||
Halofantrine | Anti Malaria - Fenantrene methanolen. Bloed schizonticide. Toxische voor hart, MOA onbekend.
🗑
|
||||
Lumefantrine | Anti Malaria - Fenantrene methanolen. Bloed schizonticide. Toxische voor hart (minder toxisch als halofantrine), MOA onbekend.
🗑
|
||||
Metronidazol | Bij infectie door Amoeben - Amebiase. Doodt trophozoiten(invasief) door vorming van anion radicalen. Doodt geen cytsts (zijn infectiive en kunnen buiten host leven).
Tegen meerder soorten protozoa.
🗑
|
||||
Suramine | Antiparasitaire drug - Bij T.Brucei (slaapziekte). T1/2 is 50 dagen. MAO onbekend. Tox: erg, dood.
🗑
|
||||
Melarsoprol | Antiparasitaire drug - Bij T.Brucei (slaapziekte). Bevat arsenicum (giftig!) Allen gebruiken in late stadia.
🗑
|
||||
Pentamidine | Antiparasitaire drug - Bij T.Brucei (slaapziekte). Heel erg toxisch. Onderbreken van DNA/RNA en eiwit synthese
🗑
|
||||
Nifurtimox | Antiparasitaire drug - Bij chagas disease. Heeft NO2 groep. MOA: Superoxide en waterstof peroxide radicalen.
🗑
|
||||
Natrium Stibogluconaat | Antiparasitaire drug - Bij leishmaniase. MOA onbekend. Tox: hartritme en nefrotoxiciteit.
🗑
|
||||
Trimethoprim | Antibiotica- Blokkering van het enzym dihydrofoliumzuurreductase, waardoor de reductie van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur wordt voorkomen -> een remming van de biosynthese van nucleïnezuren en eiwitten in bacterien. Urineweginfecties.
🗑
|
||||
Pyrimethamine | Dihydrofoliumzuurreductaseremmer, waarvan de affiniteit voor het protozoaire enzym veel groter is dan voor het menselijke. In combinatie met een sulfonamide --> Toxoplasmose en Leishmaniasis. Icm Sulfadoxine --> Malaria (Fansidar: veel resistentie en tox)
🗑
|
||||
Tetracyclines | Antibiotica op ribosoom - Bacteriostatisch. Bindt 30S en voorkomt binding aan acceptorplaats. Kan niet door BBB. Teratogeen. Bij chlamydia, acne en H. Pylori.
🗑
|
||||
Macrolides | Antibiotica op ribosoom - Bacteriostatisch. Groot ringsysteem met 2 suikers. Breedspectrum (G- en G+). Bindt 50S; blokkeert trnslocatie reactie
🗑
|
||||
Erythromycine | Antibiotica op ribosoom - Macrolide. Niet zuurstabiel. 14 ledige ring. Snelle eliminatie
🗑
|
||||
Azitromycine | Antibiotica op ribosoom - Macrolide. Zuurstabiel en trage eliminatie (15 ledige ring)
🗑
|
||||
Clindamycine | Antibiotica op ribosoom - Semisynthetisch van Lincomycine. Bindt 50S, remt eiwitsynthese. Bij Acne, MRSA en vaginale bacterien. Oraal/dermaal en IV. Afhankelijk van concentratie is het bacteriostatisch of -cide.
🗑
|
||||
Chlorampenicol | Antibiotica op ribosoom - Bindt 50S. Distributie naar alle weefsels. Wordt niet vaak gebruikt, wel bij resistentie van bijv vancomycine. Veel bijwerkingen
🗑
|
||||
Steptogramines | Antibiotica op ribosoom - Becteriocide. Kan resistentie veroorzaken. Groot molecuul. IV toediening
🗑
|
||||
Oxazolidinonen | Antibiotica op ribosoom - Bindt 23S rRNA van 50S subunit. Metabolisme in lever lacton/lactam (mens: 4:1, rat 1:4 en hond 1:1). Fluorine in structuur is voor bescherming tegen metabolisme, voor NMR en stero electronisch effect. Synthetisch.
🗑
|
||||
Streptomycine | Antibiotica op ribosoom - Bacteriocide. Bindt 16s rRNA van 30S. In pesticide en bij TB (G- en G+). Tox: ototoxiciteit. Eerstelijns geneesmidde bij TB
🗑
|
||||
Gentamicine | Antibiotica op ribosoom - Aminoglycoside antibiotica uit G+ bacterien. Bindt aan 30S bij G- infecties (sepsis). Sterk bacteriocide.
🗑
|
||||
Tobramycine | Antibiotica op ribosoom - Aminoglycoside antibiotica. Bindt aan 30S. Bactericide
🗑
|
||||
Amikacine | Antibiotica op ribosoom - Aminoglycoside antibiotica. Bindt aan 30S. Resistent voor inactivatie door bacterie. Bactericide
🗑
|
||||
Netilmicine | Antibiotica op ribosoom - Aminoglycoside antibiotica. Bindt aan 30S. Alleen gebruiken bij ernstige G- infecties.
🗑
|
||||
Neomycine | Antibiotica op ribosoom - Aminoglycoside antibiotica. Bindt aan 30S. Voor G- maar ook G+ activiteit. Resistentie onstaat door upregulatie van aminoglycoside fosfotransferase genen. Tox: nefro en ototoxiciteit
🗑
|
||||
Kanamycine | Antibiotica op ribosoom - Aminoglycoside antibiotica. Bindt aan 30S. Voor G- maar ook G+ activiteit. Resistentie onstaat door upregulatie van aminoglycoside fosfotransferase genen. Tox: nefro en ototoxiciteit
🗑
|
||||
Specinomycine | Antibiotica op ribosoom - Aminocyclitol antibioticum. Bindt 30S. Gebruik bij Gonorroe.
🗑
|
||||
Albendazol | Worminfecties - Benzimidazol. Verstoord micortubuli synthese. Breedspectrum. Bendazol heeft 6 ring met 5 ring eraan(imidazol) uit histidine. Lege maag inname: luminale parasieten. Volle maag bij weefselparasieten
🗑
|
||||
Thiabendazol | Worminfecties - Benzimidazol. Verstoord micortubuli synthese. Breedspectrum. Bendazol heeft 6 ring met 5 ring eraan(imidazol) uit histidine. Lege maag inname: luminale parasieten. Volle maag bij weefselparasieten
🗑
|
||||
Mebendazol | Worminfecties - Benzimidazol. Verstoord micortubuli synthese. Breedspectrum. Bendazol heeft 6 ring met 5 ring eraan(imidazol) uit histidine.Lege maag inname: luminale parasieten. Volle maag bij weefselparasieten
🗑
|
||||
Ivermectine | Anti parasiet - Stimuleert release en binding van GABA bij zenuwuiteinden. Het bindt aan chloride kanalen waardoor de parasiet verlamd wordt en dood gaat. Breedspectrum. Semisynthetische derivaat van avermectine.
🗑
|
||||
Diethylcarbazine | Anti parasitair - Synthetisch piperazine derivaat. Bevat urea in structuur (lijkt op penis n-c-n met =o aan c). T1/2 is afhankelijk van pH in urine (zuur = kleinere T1/2) -> henderson hasselbach trapping. Door Piperazine gaat oplosbaarheid omhoog.
🗑
|
||||
Doxycycline | Antibioticum (tetracycline). Superieur bij worminfectie die W. Bancrofti veroorzaakt. Bacteriostatisch. Bindt aan ribosoom wat eiwit synthese beinvloedt.
🗑
|
||||
Oxamiquine | Worminfecties - Als alternatief voor Praziquantel. Rijverbod van 24h door duizeligheid.
🗑
|
||||
Piperazine | Worminfecties - 6-ring met 2 N. Zorgt voor verlamming van Ascaris door ACh blokkade. Verlamde wormen worden in feces uitgescheiden --> wormen niet dood! Cure rate > 90% na 2 dagen.
🗑
|
||||
Metrifonaat | Worminfecties - Bilharzia. Structuur heeft P (organophosphorous) en CCl3 groep. Toxisch. Werkt als een cholineesteraseremmer. Niet gebruiken na blootstelling aan insecticiden vanege versterking van cholineesterase
🗑
|
||||
Pyrantel pamoaat | Worminfecties - Tetrahydropypimidine, amine. Breedspectrum. Slechte absorptie en werkt dus vnml tegen luminale parasieten.
🗑
|
||||
Niclosamide | Wominfectie - Tweedelijns gnm bij lintwormen
🗑
|
||||
Praziquantel | Worminfecties - Bilharzia (Schistosomiasis). Werking onbekend. Synthetisch. Racemische toediening met inactief enantiomeer met bittere smaak.
🗑
|
||||
Isoniazide | Tuberculostaticum - Remt mycolzuursynthese door InhA te blokkeren dit beperkt celwand synthese. Distributie door hele lichaam. Pakt actief delende cellen aan. Altijd in triple combinatie en een min. behandeltijd van 6 maanden.
🗑
|
||||
Rifampine | Tubercuostaticum - Semisynthetisch van rifampicine (Antibioticum). Groot molecuul, veel -O, veel stereochem Remmer van RNA synthese door B-subunit van RNA polymerase te binden. Werkt tegen G+ en G-. Tox:Urine/tranen/zweet oranje. Bereikt intrcellulair TB.
🗑
|
||||
Pyrazinamide | Tuberculostaticum - Inactief bij pH7, actief bij pH 5.5 (geprotoneerd). MOA niet echt bekend. Geneesmiddel om intracellulair TBC te doden.
🗑
|
||||
Ethambutol | Tuberculostaticum - Heel klein synthetisch molecuul, goed wateroplosbaar. Werkt tegen actief delende mycobacterien. MOA: Rennen van arabinosyl transferase (dit zorgt normaal voor polymerisatie van arabinoglycan). Snelle resistentie bij monotherapie.
🗑
|
||||
Tweedelijns TB middelen | Ethionamide, Capreomycine, Cycloserine, Rifapentine, Linezolide, Rifabutin, Aminosalicylic, Fluoroquinolones
🗑
|
||||
Bedaquiline | Tuberculostaticum - Nieuw medicijn, gebruikt bij multiresistent TBC. Werkt op de proton pomp van ATP-synthetase waardoor energievoorziening van TBC bacterie wordt platgelegd.
🗑
|
||||
Nystatine | Fungicide - Polyeen antibioticum. Bindt aan ergosterol in de celwand van de schimmel. Amfipatisch (hydrofoob/hydrofiel). Gebruikt bij Candida huid infectie.
🗑
|
||||
Amfotericine B | Fungicide - Polyeen antibioticum. Bindt aan ergosterol in de celwand van de schimmel maakt porien. Amfipatisch (hydrofoob/hydrofiel). Slecht wateroplosbaar dus als colloidale dispersie. Bij invasieve infecties!
🗑
|
||||
Itraconazol | Antischimmel - Triazoolderivaat (3 N) Gebruikt in haar en nagels (dermatofytose). Remt de biosynthese van ergosterol waardoor celmembraan niet goed gevormd wordt en essentiele bestanddelen verloren gaan.
🗑
|
||||
Fluconazol | Antischimmel - triazoolderivaat (3 N-ring). Breedste spectrum. Remt essentiele stap in ergosterolbiosynthese. Heeft voorkeur bij langdurige behandelingen (AIDS)
🗑
|
||||
Voriconazol | Antischimmel - Triazoolderivaat met breedspectrum antifungale activiteit. Remt essentiele stap in biosynthese ergosterol. Soort "reserve" bij resistentie fluconazol.
🗑
|
||||
Terbinafine | Antischimmel - Breed-spectrum antimycoticum, behorend tot de allylaminen. Inhibitie van ergosterol synthese. Gebruik in huid en nagels (dermatomycosen en dermatofyten). Squaleen ophoping.
🗑
|
||||
Caspofungine | Antischimmel - Echinocondinen, remmen glucaansynthase. Remt de synthese van 1,3-ß-D-glucan, een belangrijke component van de celwand van vele schimmels. Candida+ Aspergillus
🗑
|
||||
Micafungine | Antischimmel - Echinocondinen, remmen glucaansynthase. Remt de synthese van 1,3-ß-D-glucan, een belangrijke component van de celwand van vele schimmels. Candida.
🗑
|
||||
Anidulafungine | Antischimmel - Echinocondinen, remmen glucaansynthase. Remt de synthese van 1,3-ß-D-glucan, een belangrijke component van de celwand van vele schimmels. Candida.
🗑
|
||||
Flucytosine | Antischimmel - Intracellulair aangrijpingspunt. DNA sythese remmer, Gefluorideerd pyrimidinederivaat. Er kan resistentie optreden door verandering in metabolisme. Pro-drug. Niet gebruiken bij aspergillus.
🗑
|
||||
Griseofulvine | Antischimmel - Intracellulair aangrijpingspunt. Bindt aan tubuline. Heeft veel bijwerkingen en is carcinogeen. Is niet kosten effectief, moet eerst naar werkingsplaats waardoor therapie lang duurt.
🗑
|
Review the information in the table. When you are ready to quiz yourself you can hide individual columns or the entire table. Then you can click on the empty cells to reveal the answer. Try to recall what will be displayed before clicking the empty cell.
To hide a column, click on the column name.
To hide the entire table, click on the "Hide All" button.
You may also shuffle the rows of the table by clicking on the "Shuffle" button.
Or sort by any of the columns using the down arrow next to any column heading.
If you know all the data on any row, you can temporarily remove it by tapping the trash can to the right of the row.
To hide a column, click on the column name.
To hide the entire table, click on the "Hide All" button.
You may also shuffle the rows of the table by clicking on the "Shuffle" button.
Or sort by any of the columns using the down arrow next to any column heading.
If you know all the data on any row, you can temporarily remove it by tapping the trash can to the right of the row.
Embed Code - If you would like this activity on your web page, copy the script below and paste it into your web page.
Normal Size Small Size show me how
Normal Size Small Size show me how
Created by:
10153934197271382
Popular Pharmacology sets