click below
click below
Normal Size Small Size show me how
periode 2 toets
hoofdstuk 3/4/5
| Term | Definition |
|---|---|
| het centrale zenuwstelsel | bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg die bedie veel neuronen bevatten |
| het perifere zenuwstelsel | bestaat uit alle andere zenuwstellen in de rest van het lichaam |
| neuronen | de bouwstenen van het zenuwstelsel |
| dendrieten | detecteren chemische signalen van andere neuronen |
| cellichaam/soma | verzameld punt van de dendrieten daar worden ze ontvangen, verzameld en geïntrigeerd |
| de axon | elektrische impulsen die verzonden worden langs een smalle uitgroei . ze kunnen een paar centimeter tot meer dan een meter zijn |
| synaps | hier vind de chemische communicatie plaats |
| actiepotentiaal/neuron vuren | is het elektrisch signaal dat langs de axon gaat |
| rustmembraam potentiaal | de neuron in rust waarin de elektrische lading binnen en buiten laag anders is |
| myeline-omhulling | omhult de axonen waardoor ze snel voortbewegen door de knooppunten |
| knooppunten van ranvier | bevindt zich op de axon |
| neuron is een licht schakelaar | alles of niets principe |
| neurotransmitters | bevindt zich op elke knop |
| heropname | vindt plaats in de neurotransmitter en wordt terug gebracht naar de presynnaptische eindknoppen |
| enzymdeactivering | vindt plaats wanneer een enzyem de neurotransmitter in de synaps vernietigd |
| 7 belangrijke neurotransmitters | 1 acetylochine 2 norepinephrine 3 serotonine 4 dopamine 5 GABA 6 glutamaat 7 endorfine |
| serotonine | belangrijke vooremotionele toestanden ,impulscontrole en dromen. ze worden voorgeschreven voor depressies |
| dopamine | belangrijk voor de hersenfuncties tot betrekking van motivatie en beloning |
| gebied van broca | linker frontale gebied van de brein cruciaal voor taal ontwikkeling |
| elektrofysiologie/ (EEG) | een methode voor het verzamelen van gegevens die elektrische activiteit meet in de hersenen |
| postrion emissie tomografie (PET) | een injectie van radioactieve stof in de bloedbaan voor een petscan zo kun je de meest actieve hersengebieden vinden |
| magnetische resonantie beeldvorming (MRI) | wordt gebruikt om goede afbeeldingen van de hersenen te maken, het wordt gebruikt om te kijken naar hersenschade of tumoren |
| transcraniële magnetische stimulatie (TSM) | wordt gebruik gemaakt van een zeer snel maar krachtig magnetisch veld om hersenactiviteit tijdelijk te verstoren in een specifiek gebied voor een kortere tijd |
| hersenstam | de hersenstam loopt over met de ruggenmerg |
| cerbellum | uitsteeksel die verbonden is met met de achterkant van de hersenstam, hijs belangrijk voor een goede motoriek |
| thalamus | is de poort naar de cortex , ontvangt alle sensorische info behalve reuk |
| hypothalamus | onmisbaar voor het menselijke bestaan, is betrokken bij de regulatie van lichaamsfuncties: lichaamstempratuur, ritmes, bloeddruk, en glucose spiegel |
| hippocampus | belangrijk voor nieuwe herriningen te vormen en dingen te herkennen |
| amygdala | is voor emoties, gevaar en overleven te herkennen |
| basale ganglia | zijn cruciaal voor plannen en produceren van bewegingen |
| hersenschors | buitenste laag van de hersenhelften |
| corpus callosum | brug van miljoen axonen verbind ook de hersen helften |
| occipitale lobes | bevindt zich aan de achterkant van je hoofd zijn belangrijk voor visie |
| parietale lobes | zijn gedeeltelijke toewijdt aan aanraking |
| temporale lobes | belangrijk voor gehoor |
| frontale lobes | essentieel voor planning en beweging |
| prefrontale cortex | belangrijk voor concentratie, ideeën ontwikkelen en uitvoeren hiervan |
| gespeten brein | aandoening in de hersenen |
| somatische zenuwstelsel (SNS) | zendt via zenuwen sensorische signalen naar het CNS |
| autonome zenuwstelsel (ANS) | die reguleert de interne omgeving van het lichaam door klieren te stimuleren |
| endocriene systeem | is een communicatie netwerk dat gedachten, gedragingen en acties beïnvloed |
| hypofyse | geeft hormonen af en reist verder in het bloedbaan |
| monozygote | tweeling die op elkaar lijkt |
| dizygote | tweeling die niet op elkaar lijkt |
| erfelijkheid | gelijk aan heritabillity |
| sensatie | het detecteren van fysiek prikkels en het doorgeven aan de hersenen |
| perceptie | is de verdere verweking |
| bottom-up verwerking | is gebaseerd op de fysieke kenmerken van de stimulus ( geur en smaak )n |
| top down verwerking | is hoe kennis, verwachtingen, ervaringen vanuit het verleden vormen |
| sensorische aanpassing | afnamen van gevoeligheid voor constante druk |
| netvlies | retina |
| staven | nachtzicht |
| kegels | dacht en details zicht |
| fovea | kegels die dicht op elkaar geplakt zijn |
| binoculaire diepte aanwijzing | draagt bij aan de bottom- up verwerking |
| monoculaire diepte aanwijzing | draagt bij aan de topdown verwerking |
| auditie/horen | 2e bron van informatie |
| gustation | de beleving van smaak |
| ruik/olfaction | de meest directe route naar de hersenen |
| reukepitheel | komt de geur door de neus naar binnen |
| reukbol | olfactory |
| haptische zintuig | brengt gevoelens van temperatuur druk en pijn over |
| kinetische zintuig | een systeem dat verbrand houdt met aanraking |
| bewustzijn | persoonlijke ervaring |
| traumatische hersenletsel (TBI) | is een verslechtering van het mentale functioneren die wordt veroorzaakt door klap tegen het hoofd |
| change blindness | functies die niet zijn verwerkt |
| subliminale perceptie | beïnvloed worden door verborgen berichten |
| circadiane ritmes | hier worden veel hersenactiviteit en ander fysiologische processen verwerkt |
| slaapeloosheid | slaapstoornis waarmee je moeite hebt met in slaap komen en blijven |
| obstructieve slaapapneu | slaapstoornis waarmee je kort stopt met ademen |
| narcolepsie | slaapstoornis waar je oppeens in slaap valt |
| dromen | product van een veranderde bewustzijn |
| activering -synthesetheorie | hobson en mc carley |
| hypnose | een sociale interactie die vrijwillig reageert op suggesties in het geheugen toegepast door een ander persoon |
| meditatie | een mentale procedure die aandacht vestigt op een extern object/gevoel van het bewustzijn |
| verslaving | is drugsgebruik dat ondanks de negatieve effecten dwangmatig blijft |