click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 5 Thema 1
Regels (week 3)
woord | omschrijving |
---|---|
strafbaar | Iets waarvoor je straf kunt krijgen. Vb: Iets stelen. |
je straf ontlopen | Je straf op een of andere manier niet krijgen. |
boontje komt om zijn loontje | Je krijgt de straf die je verdient. |
de dader | Iemand die iets ergs heeft gedaan wat strafbaar is. |
het slachtoffer | Iemand die iets ergs heeft meegemaakt zonder dat hij daar iets aan kan doen. |
een misdaad begaan | Iets slecht doen wat strafbaar is. |
vergeefs | Zonder dat het iets oplevert. |
de cel | Kleine kamer in de gavangenis of het politiebureau waar daders/boeven in worden opgesloten. |
de spelregels | De afspraken over wat wel en niet mag in het spel. |
de voorrang | Je mag als eerste rijden of oversteken. |
de parkeerplaats | De plaats waar je je auto voor een tijdje kunt neerzetten. |
dat slaat nergens op | Dat is onzin. |
de metropool | Een hele grote stad. |