click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Groep 6 Thema 1
Tegenstellingen (week 2)
woord | omschrijving |
---|---|
de allochtoon | Iemand uit een ander land die in ergens anders is gaan wonen (vb in Nederland). |
de autochtoon | Iemand die in het land woont waar hij geboren en opgegroeid is. |
de cultuur | De manier waarop mensen leven en met elkaar omgaan. |
de manieren | De afspraken over hoe je je moet gedragen. |
de religie | De godsdienst. |
het misverstand | Als je iemand verkeerd begrijpt. |
koppelen | Twee mensen bij elkaar brengen. |
accepteren | Je gaat er niet tegenin, het is zo. |
wemelen van | Er zijn er een heleboel bij elkaar. |
de achtergrond | Waar iemand vandaan komt, wat hij vroeger geleerd of gedaan heeft. |
ongeacht | Als je ergens niet op let. Ik ga fietsen, ongeacht de regen. |
ergens niet van gediend zijn | Ergens niets van moeten hebben. |
zich aanpassen aan | Precies zo worden als de mensen om je heen, door hun manieren over te nemen. |
verrijken | Rijker (waardevoller) maken. |