click below
click below
Normal Size Small Size show me how
Als... dan...
Verbind de twee zinnen met als..., dan...
Question | Answer |
---|---|
Het regent. Ik neem de auto. | Als het regent, dan neem ik de auto. |
Het kind is stout. Oma maakt geen koekjes. | Als het kind stout is, dan maakt oma geen koekjes. |
Het is mooi weer. Het koppel gaat fietsten. | Als het mooi weer is, dan gaat het koppel fietsen. |
Hij weegt 50 kilo. Hij is te mager. | Als hij 50 kilo weegt, dan is hij te mager. |
Nene wordt 40 jaar. Ze krijgt een groot feest. | Als Nene 40 jaar wordt, dan krijgt ze een groot feest. |
De politieman is kwaad. Hij wordt heel rood. | Als de politieman kwaad is, dan wordt hij heel rood. |
De computer werkt niet. Hij loopt een rondje. | Als de computer niet werkt, dan loopt hij een rondje. |
We drinken veel alcohol. De volgende ochtend hebben we hoofdpijn. | Als we veel alchohol drinken, dan hebben we de volgende ochtend hoofdpijn. |
Jullie studeren elke dag. Jullie slagen zeker voor het examen. | Als jullie elke dag studeren, dan slagen jullie zeker voor het examen. |
De leraar legt iets uit. Ik begrijp het niet. | Als de leraar iets uit legt, dan begrijp ik het niet. |