click below
click below
Normal Size Small Size show me how
woordenkraker 1ste j
| betekenis | woord |
|---|---|
| de voorbereiding (instap) | Het klaarmaken, de voorbereidende fase. |
| de studietip (instap) | Een advies om beter te studeren. |
| de schermafdruk (L1) | Een foto van wat er op het scherm staat (screenshot). |
| het gebod (L4) | Een voorschrift, een regel die nageleefd moet worden. |
| het verbod (L4) | Een regel die aangeeft wat niet mag. |
| de bijsluiter (L4) | Een papier met informatie over een medicijn of product. |
| overleggen (L1) | Met elkaar praten en tot een besluit komen, overdenken. |
| zich registreren (L2) | Zich inschrijven, gegevens vastleggen. |
| accepteren (L4) | Aannemen, goedkeuren, ermee instemmen. |
| beoordelen (L6) | Een oordeel vellen over iets, de waarde of kwaliteit bepalen. |
| spieken (L8) | Afkijken, stiekem kijken wat een ander doet. |
| raadplegen (L8) | Advies vragen, informatie opzoeken. |
| stiekem (L1) | In het geheim, ongezien. |
| inventief (L1) | Vindingrijk, origineel in oplossingen. |
| pienter (L1) | Slim, vlug van begrip. |
| hartverwarmend (L2) | Gevoel van blijdschap of troost gevend. |
| nauwkeurig (L6) | Precies, zorgvuldig. |
| een uit duizend (L1) | Iemand of iets dat heel bijzonder is, uniek. |
| koers zetten naar (L1) | Een bepaalde richting inslaan, ergens naartoe gaan. |
| in de gaten houden (L1) | Opletten, observeren, in het oog houden. |
| een duwtje in de rug (L2) | Een beetje hulp of aanmoediging. |
| uit de hoed toveren (L2) | Onverwachts tevoorschijn halen, op een magische manier iets oplossen. |
| op poten zetten (L2) | Organiseren, oprichten, tot stand brengen. |
| de handen in elkaar slaan (L2) | Samenwerken, de krachten bundelen. |
| kampen met (L2) | Moeite hebben met, worstelen met een probleem. |
| een pluim geven/krijgen (L2) | Complimenteren/gecomplimenteerd worden, lof krijgen/geven. |
| uit de hand lopen (L4) | Onbeheersbaar worden, escaleren. |
| een hekel hebben aan (L6) | Een sterke afkeer hebben van, niet graag hebben. |
| een openbare plaats (L4) | Een plek die voor iedereen toegankelijk is. |
| overeenkomen (instap) | Het eens worden, een akkoord bereiken. |
| aanpassen (L1) | Veranderen om te voldoen aan nieuwe omstandigheden, zich schikken. |
| rangschikken (L1) | Ordenen, in een bepaalde volgorde plaatsen. |
| publiceren (L4) | Openbaar maken, uitbrengen (boek, artikel). |
| protesteren (L5) | Bezwaar maken, zich verzetten. |
| introduceren (L6) | Iemand of iets voorstellen, een nieuw product op de markt brengen. |
| bombarderen (L6) | Met bommen aanvallen; (figuurlijk) overladen met. |
| de kritiek (L1) | De beoordeling (vaak negatief), de opmerkingen over iets. |
| de waarde (L2) | De belangrijkheid, de betekenis, de prijs. |
| de nuance (L5) | Een klein verschil, een fijne onderscheiding. |
| aantrekkelijk (L2) | Mooi, bekoorlijk, uitnodigend. |
| bizar (L3) | Vreemd, raar, uitzonderlijk. |
| hilarisch (L5) | Erg grappig, lachwekkend. |
| kolossaal (L5) | Enorm groot, reusachtig. |
| uitzonderlijk (L6) | Bijzonder, buitengewoon. |
| tijd/geld spenderen aan (L6) | Tijd of geld besteden aan. |
| zich vastbijten in (L7) | Zich ergens intensief mee bezighouden, volhouden. |
| gewapend zijn met (L7) | Voorzien zijn van (gereedschap, argumenten). |
| iets te pakken hebben (L8) | Iets gevonden hebben, iets ontdekt hebben (vaak negatief). |
| ten voordele van (L8) | In het voordeel van, gunstig voor. |
| de betrokkene (L1) | De persoon die ergens bij betrokken is. |
| het detail (L2) | Een klein onderdeel, een bijzonderheid. |
| de getuigenis (L4) | Een verklaring van wat men heeft gezien of meegemaakt. |
| de zoekmachine (L5) | Een programma waarmee je informatie op internet kunt vinden. |
| de collectie (L7) | Een verzameling van voorwerpen. |
| vergelijken (L1) | Overeenkomsten en verschillen zoeken tussen twee of meer dingen. |
| controleren (L2) | Nakijken of iets klopt, inspecteren of iets beheersen |
| beïnvloeden (L4) | Invloed uitoefenen op, veranderen. |
| ondersteunen (L7) | Steun geven aan, helpen. |
| recent (instap) | Kort geleden, nieuw. |
| betrouwbaar (L2) | Waar je op kunt vertrouwen, geloofwaardig. |
| vaag (L4) | Onduidelijk, niet precies. |
| fictief (L4) | Verzonnen, niet echt. |
| algemeen (L6) | Voor iedereen geldend, globaal. |
| visueel (L7) | Wat met zien te maken heeft, zichtbaar. |
| minuscuul (L9) | Heel klein, minuscuul. |
| naar het hoofd slingeren (L1) | iemand beschuldigen |
| vertrouwen inboezemen (L2) | Vertrouwen geven, inspireren tot vertrouwen. |
| het laten afweten (L7) | Er niet zijn als het nodig is, falen, teleurstellen. |
| een rol spelen bij (L8) | Van belang zijn in, een bijdrage leveren aan. |
| het debat (L1) | Een discussie waarin argumenten worden uitgewisseld. |
| het verwijt (L1) | Een beschuldiging, een klacht. |
| de overheid (L1) | De instantie die een land of gebied bestuurt. |
| de overlast (L1) | Hinder, last, storend effect. |
| overtuigen (instap) | Iemand laten geloven dat iets waar is, met argumenten overhalen. |
| motiveren (L1) | Uitleggen waarom, aansporen. |
| selecteren (L4) | Kiezen, uitzoeken. |
| hanteren (L4) | Gebruiken, omgaan met. |
| vermijden (L5) | Uit de weg gaan, voorkomen. |
| overhalen (L6) | Overtuigen om iets te doen. |
| bekennen (L6) | Toegeven, eerlijk zijn over iets. |
| dergelijk (L3) | Zodanig, van die aard. |
| realistisch (L3) | Lijkend op de werkelijkheid, haalbaar. |
| divers (L4) | Verschillend, gevarieerd. |
| denkbeeldig (L5) | Verzonnen, niet echt, imaginair. |
| traditioneel (L5) | Volgens de gewoonte, klassiek. |
| typisch (L6) | Kenmerkend voor iets of iemand. |
| oorspronkelijk (L8) | Aanvankelijk, origineel. |
| rond de pot draaien (L6) | Niet direct ter zake komen, om de hete brij heen draaien. |
| je steentje bijdragen (L6) | Een kleine bijdrage leveren, helpen. |