click below
click below
Normal Size Small Size show me how
therapeutisch milleu
| Question | Answer |
|---|---|
| voor 1800 | ➔ Geestesziekte is bedreiging, dus worden ze opgesloten ➔ Daarna geestesziekte heeft hulp nodig, dus komen ze in een opvang |
| rond 1800 | geestesziekte heeft zorg nodig, ontstaan bestel over belang van interactie tussen client en omgeving, empathische relatie met patient, vriendelijk egeen dwang, aandacht voor resocialisatie |
| na 1840 | enorme toename aantal patiënten, te weinig geschoold personeel, vernieuwen komen moeilijk van de grond |
| nieuwe impulsen vanaf 1920 | Simon: activeringstherapie met een appel op gezonde krachten ➔ Hij is de eerste die arbeidstherapie begint ➔ Freud: opkomst gesprekstherapie ➔ Opkomt sociale psychiatrie: nadruk op eigen leefomgeving patiënt ➔ Betere scholing personeel |
| na WOII | ➔ Nieuwe ideeën over behandeling ex-soldaten (effort syndrome) ➔ Psychoanalyse legt meer nadruk op het individu: het ‘ik’, identiteit, contact ➔ Sociale norm, houding staf |
| Het traditionele psychiatrische ziekenhuis: | totalitair medisch Modell, rechteloosheid patienten, opbergplek voor maatschappelijk ongewenste mensen, allerlei ziektes doorelkaar |
| Carp: Milieutherapie is ‘actieve aanpassingstherapie’ | ➔ Je biedt de cliënt iets aan waardoor deze op actieve wijze iets moet doen, dus in beweging moet komen en moet aanpassen |
| • Gedrag volgens Gene Abroms (1969) | Destructief gedrag: dingen kapot maken ➔ Desorganisatie: verward, psychoses ➔ Deviant gedrag: afwijkend, separeren ➔ Dysfoor: teruggetrokken gedrag ➔ Dependentie: afhankelijkheid ➔ De vijf D’s bepalen hoe je je milieu en therapie maakt |
| Kernvraag | Welk milieu, welke houding van het team en welke behandeling passen bij welk gedrag? |
| Sociale vaardigheden volgens Gene Abroms (1969) | oriëntatie: tijd, plaats, persoon, past een ruimte aan het oriëntatievermogen assertiviteit: gevoel, verlangen, verwachting bezigheid en werk: versterken betrokkenheid ontspanning: creativiteit symptomatisch gedrag en balale psychososciale vaardighei |
| Menzies 1970 | hulpverleners vermijden ernstige ziekte, dood en onaangename werkzaamheden, bij onduidelijke prognose gemengde gevoelens, gevolg is dat hulpverleners relatie verbreken |
| teamleden en handelen | ➔ Autoritair optreden ➔ Submissief optreden (te veel aan gedrag toegeven) ➔ Te dichtbij zijn ➔ Te afstandelijk zijn |
| soorten teams | ➔ Afhankelijk team, gesloten team, los-zandteam, relatie tussen team en instituut |
| Maxwell Jones begripsomschrijving therapeutisch mode | communicatie (beide kanten) -besluitvorming op elk niveau gedeeld leiderschap (informeel en formeel) consensus (kan iedereen zich in de afspraak vinden) sociaal leren |
| John en Elain Cumming en het ‘ego’ | diverse ego-sets, ego-organisatie, ego-sets en ego-organisaties werken samen, ervaringen zorgen voor coping met realiteit |
| ego-organisatie | effectief oplossen van crisis-decompensatie als je dat niet kan |
| Basisfilosofie van de theorie van het therapeutisch milieu | 1. Visie op psychopathologie 2. Visie op behandeling 3. Visie op mensen en middelen |
| 1. Visie op psychopathologie | -holisitsch standpunt, 2 hoofdlijnen, structuur en pathologie van persoonlijkheid |
| holistisch standppunt | Somatisch: belevingswereld, oriëntatie en waardigheid • Sociaal: veranderingen, sociale rollen, zingeving • Psychisch: steun en structuur, relatie |
| Twee hoofdlijnen in therapeutische aanpak | Zelf veranderen: zelf inzicht en samenwerking • Niet zelf veranderen: steun en structuur |
| structuur in persoonlijkheid | genetisch, eerste levensjaren, psychoanalyse adoptie: aanpassing, geheel van voelen, denken en gedrag moeder en kind: durft en emotionele huishouding, ego, objectrelaties beleving als IK |
| interne adoptie (defensief systeem) | -Interne aanpassing aan jezelf, je prikkels, je verlangens, wat het met je doet als anderen wat van je vragen. Je beschermt je binnenwereld tegen pijn. van binnen en van buiten. |
| structuur van de persoonlijkheid (executief systeem) | -Het systeem dat je in staat stelt om op dit moment te schakelen tussen interne en externe adaptatie. |
| externe adoptie (adaptief systeem) | -Hoe je met de buitenwereld omgaat, hoe je je aanpast aan de sociale omgeving. |
| Interne adaptatie bestaat uit | verdedigingen eetlust, seksuele behoeften, woede, vreugde kijkt naar binnen compromis tussen biopsychosociale behoeften en de eigen normen en waarden |
| verdedigingen interne adaptie | conflict tussen lust en realiteit, 1e niveau: primitief: eigen kracht-omgeving 2e niveau: interpersoonlijk: vechten, vluchten, splitising 3e niveau: geweten, schaamte, schuld, ambivalentie 4e: integratie, consolidatie: je hebt het onder controle |
| Executief systeem (verbinding intern en extern) | structuur van persoonlijkheid, evenwicht tussen eigen behoeften en sociale voeding, grenzen en mogelijkheden, basis lichamelijk en psychisch, 6 gebi gebieden die je binnen en buiten verdedigd |
| zes gebieden die je binnen en buiten verdedigd: | 1. Genderidentiteit (socialisatie, rolgedrag) 2. Psychomotoriek 3. Cognitie 4. Emotionele gevoeligheid 5. Realiteitstoetsing 6. Objectrelaties (separatie & individuatie, differentiatie & integratie, zelfconstantie) |
| Externe adaptatie kenmerken (sociale gedrag) | Naar buiten gericht • Aanpassen door problemen oplossen • Actief én passief • Tegenwicht tegen innerlijke angst • Actieve aanpassing • Interactie met anderen (gevoeligheid) • Executief systeem moet in orde zijn (cognitief, realiteit) |
| Psychopathologie | Een verstoord evenwicht binnen een of meer systemen in de persoonlijkheid met als gevolg een verstoorde wisselwerking met de omgeving → structuur -proces van evenwicht en adoptie |
| genese | Psychopathologie als verstoord evenwicht binnen een of meer systemen in de persoonlijkheid, gerelateerd aan een unieke ontstaansgeschiedenis |
| vormen psychopathologie | neurose, depressie, persoonlijkheidsstoornis (mad en bad) psychose, PTSS, aanpassingsstoornis |
| Vormen van therapeutische milieus | supportieve model, reconstructieve model, sociaaltherapeutisch model |
| supportieve model | gericht op executieve systeem, gevolgen van adaptieve systeem, technieken voor ik-opbouw, ik versterken, individu gericht, antiregressies: je wilt geen terugval, Sociotherapie, creatieve therapie, psychomotorisch, psychofarmaca, sociale systeem |
| Het reconstructieve model | afbreken en opbouwen, reconstructie van afweermechanismen, overdracht, pduidelijke grenzen, veiligheid, structuur, realtietsgrenzen, creatieve therapie, drama en muziek |
| sociaal therapeutisch model | verbeteren sociale adopties, zelfgevoel (samenleven), huidige objectrelaties, culture of inquiry: informeren, een rol leren, Hiërarchische therapeutische gemeenschap - Hoe beter je je gedraagt, hoe meer vrijheden |
| De combinatie van behandelmodellen | Een model op de voorgrond • Totaliteit van mensen en middelen • Optimaal spanningsniveau • Behandelteam samenspel |
| Behandelteam samenspel | ➔ Voldoende reflectie attitude ➔ Tolerantie voor onzekerheid ➔ Mate van gezonde fragmentatie ➔ Grensbewustzijn (tijd, ruimte, staf, patiënten) |
| opbouw van therapeutisch millieu | basisfilosofie, verhouding tussen verschillende functies en respectievelijk de p beperking en mogelijkheden bepaalt die aard van het behandelmilieu -beperkt ik, opbouwend ik, opbouwend, psychotherapeutisch |
| het team | samenstelling, samenwerking, taakverdeling werkwijze, communicatie, leiderschap |
| werken | samenwerkingsrelatie, diagnose en doelbepaling, strategiebepaling, actie, consolidering, evaluatie |
| therapeutische interventies | Steunend (vooral structuur van de persoonlijkheid) • Ontregelend (adaptieproblemen) • Combinatie van beiden |
| grondplan behandeleenheid | plaats behandeleenheid binnen de organisatie, beschrijving van de behandeleenheid, behandelvisie, opnameprocedure, activiteiten behandelteam |
| doden milieu en levende milieu | dode: wat hebben we voor materiaal, levende: hoe gaan met onze houding de client actief maken |
| hulpverleners vermijden | ernstige ziekte en dood, onaangename werkzaamheden, een onduidelijke prognose, sterke en gemengde gevoelens |
| traditionele psychiatrische ziekenhuis | medisch medoc, hiërarchische structuur, opbergplek voor maatschappelijk ongewenste mensen allerlei ziektebeelden doorelkaar |
| carp zegt | milieutherapie is 'actieve aanpassingstherapie' -de client leert zijn weg op eigen wijze vinden eerst werd client behandeld en Carp zegt dat de client zelf actief moet werken |
| hulpverlener heeft te maken met | de mens in ontwikkeling, de mens in zijn psychische structuur, de mens als zingever |
| structuur en pathologie van de persoonlijkheid | de mens: eigen structuur (staat vast)-> genetisch, eerste levensjaren adaptie: aanpassen, geheel van voelen, denken en gedrag |
| moeder en kind huishoudign | -drift: emotionele huishouding -ego: realiteitsprincipce -objectrelaties: super ego (geweten) -beleving van IK |
| supportieve model kenmerken | -executieve systeem -gevolgen voor adaptieve systeem -technieken voor ik-opbouw -technieken voor ik-versterking -individuegericht -antiregressief: niet willen dat mensen terug vallen |
| behandeling bij supportieve model | sociotherapie, creatieve therapie, pmt, psychofarmaca, sociale systeem |
| combinatie van behandelmodellen | een model op de voorgrond, totaliteit van mensen en middelen |