click below
click below
Normal Size Small Size show me how
T.CHEMIE
Definities
Term | Definition |
---|---|
Effectieve botsingen | Deeltjes moeten voldoende energie beschikken om reactie te doen ontstaan. |
2 voorwaarden voor effectieve botsingen | 1: juiste oriƫntatie 2: krachtig genoeg zijn voor voldoende energie om de bindingen te breken |
Reactiesnelheid | Gelijk aan de hoeveelheid stof (uitgedrukt in mol) die per liter reactiemengsel en per seconde wordt omgezet of gevormd. Dus over de verandering in concentratie. (uitgedrukt in mol/l.s) |
Uitgangstoffen | Beginstoffen. |
Reactieproducten | Stoffen na de reactie. |
Katalysator | Stof die een reactie sneller kan laten verlopen zonder er aan deel te nemen. |
Inhibitor | Stof die een bepaalde reactie kan doen vertragen. |
Onvolledige reactie | We vinden in reactiemengsel nog alle componenten terug. |
Evenwichtsreacties | onvolledige reacties die zowel van links naar rechts als van rechts naar links kunnen verlopen. |
Omkeerbaarheidsteken | Dubbele halve pijl. |
Reagentia= | Uitgangstoffen. |
Dynamisch evenwicht | Reagentia omgezet tot reactieproduct als reactieproduct omgezet wordt tot reagentia. |
Evenwichtsconcentratie | Bij instellen van het evenwicht blijven de concentraties van reagentia en reactieproducten constant. |
Homogene evenwicht | Alle bij reactie betrokken stoffen verkeren in dezelfde fase. Gasmengsels en oplossingen. |
Heterogene evenwicht | verschillende aggregatietoestanden bij het evenwicht betrokken. |
Principe van Van 't Hoff | Bij een in evenwicht verkerend stelsel bevordert temperatuursverhoging de endotherme reactie en temperatuursverlaging de exotherme reactie. |
Principe van Le Chatelier | Wanneer een systeem in evenwicht wordt verstoord door wijziging van temperatuur, volume of concentratie , reageert dat systeem met een verschuiving van het evenwicht waardoor die wijzigingen zoveel mogelijk teniet worden gedaan. |
Arrheniuszuur | Stof die H+ ionen afgeeft aan water. |
Arrheniusbase | Stof die, opgelost in water, OH- ionen afgeeft of vormt. |
Bronstedzuur | Molecule of ion dat een H+ ion afgeeft, PROTONDONOR |
Bronstedbase | Molecule of ion dat een H+ ion opneemt PROTONACCEPTOR |
Protolyse | Chemische reactie waarbij H+ ion van molecule of ion loskomt en naar andere molecule of ion overgaat. |
Amfolyt | Stof die zich zowel als zuur als als base kan gedragen. vb: water |
Kw | Waterconstante. |
Sterk zuur | Ioniseert volledig in water, evenwicht ligt volledig rechts en is een aflopende reactie. |
Zwak zuur | Ioniseert gedeeltelijk in water. |
Kz | Zuurconstante |
Kb | Baseconsante |
Hoe sterker het zuur/de base... | Hoe zwakker de geconjugeerde base/zuur. |
Neutralisatiereacite | Reactie waar de basische oplossing geneutraliseerd wordt door een zure oplossing. Ook omgekeerd. |
(EP)= Equivalentiepunt | Bereik je bij het samenvoegen van equivalentie hoeveelheid van een zuur en een base. |
Equimolair | Aantal mol van beide deeltjes moeten ongeveer gelijk zijn. |
Buffermengsels | mengsels waarvan de pH niet (of weinig) verandert door toevoeging van een zuur of base. |
...vertoont een bufferwerking. | Elk mengsel van een zwak zuur en zij geconjugeerde base (of zwakke base met zijn geconjugeerde zuur)... |
Oxidatie | Stijging van de oxidatietrap. |
Oxidator | Als een ion een metaal kan laten oxideren. vb: Cu2+ is in staat om zinkmetaal te oxideren. |
Reductor | Als een metaal ionen kan reduceren tot een metallisch element. vb: Zinkmetaal kan koperionen reduceren tot metallisch koper. |
Redoxreactie (hoe?) | Elektronen uitgewisseld op dergelijke wijze dat het aantal opgenomen elektronen steeds gelijk is aan het aantal afgeven elektronen. Deze elektronenoverdracht gebeurt rechtstreeks naar de oxidator. |
Kathodisch bescherming | Metaal beschermen tegen corrosie door die in contact te brengen met een metaal die gemakkelijk oxideerd. |
Redoxreacite (def.) | Chemische reactie wwaarbij elektronen uitgewisseld worden. Oxidator wordt gereduceerd (neemt e- op) terwijl reductor geoxideerd (geeft e- af). |
Oxidatietrap | Is dezelfde als ionlading. Lading die een atoom zou hebben indien elektronen in een binding worden toegekend aan het meest elektronegatieve atoom van die binding. |
Binaire moleculeverbindingen | Moleculeverbindingen die uit 2 verschillende elementen bestaan. |
Ternaire moleculeverbindingen | .. die uit 3 verschillenden elementen bestaan. |